Vier scholen van Innoord ontvangen momenteel de familieschoolsubsidie. Wij bezoeken alle vier de scholen om met eigen ogen te zien wat zij allemaal doen om het leven van leerlingen die onder de armoedegrens leven te verrijken met talentontwikkeling, voorlichting, voorziening in basisbehoeften en ontspanning. Vandaag zijn we op de IJdoornschool. Hier werken familieschoolcoördinatoren Cleo (tevens leerkracht en cultuurcoördinator) en Asli (tevens remedial teacher) en brugfunctionaris Derya.
Asli: ‘Om tot leren te komen heeft een kind niet alleen onderwijs, maar ook een goede leeromgeving nodig. Niet alleen op school, maar ook thuis. Een kind met een knorrende maag omdat er ‘s ochtends geen ontbijt was, leert bijvoorbeeld moeizaam. Vandaar dat wij wekelijks tassen met gezonde boodschappen uitdelen aan onze leerlingen en hun ouders. Alle gezinnen mogen een tas ophalen, er zijn geen voorwaarden. We doen er sowieso altijd fruit en eieren in. Op school kunnen de kinderen altijd al een banaan of een appel pakken, in de tassen doen we druiven, aardbeien of blauwe bessen. Sommigen gaan helemaal uit hun dak als ze aardbeien krijgen, zo lekker vinden ze die.’
‘We verzorgen ook wel eens ontbijten voor de ouders of gaan met ze wandelen. Zo proberen we bij te dragen aan een gezonde levensstijl. Hier geven we soms ook voorlichting over. Maar bijvoorbeeld ook over opvoeden, social media of risicovol spelen. Het mooie is dat ouders zo niet alleen kennis opdoen, maar elkaar ook beter leren kennen tijdens zo’n informatiemoment. Er wordt gelachen, er wordt gehuild en mensen voelen zich door elkaar gesteund.’
Cleo: ‘Die saamhorigheid was ook heel mooi zichtbaar tijdens een recente studiedag. We hadden geregeld dat onze leerlingen samen met hun ouders gratis naar het museum konden op deze vrije dag. Een ouder met één kind bood aan zich te ontfermen over een van de drie kinderen van een ander zodat beiden maar op twee kinderen hoefden te letten en iedereen zo toch mee kon gaan. Voor sommige kinderen was het hun eerste museumbezoek. Ouders willen wel, maar als je weinig te besteden hebt, dan kies je toch eerder voor basisbehoeften. Het was heel waardevol om te zien dat de kinderen ervan genoten om samen met hun ouders iets leuks te doen.’
‘Diezelfde blije koppies zagen we toen we aan het einde van vorig schooljaar een sporttoernooi organiseerden in samenwerking met Streetwise. Inschrijven kon alleen als ouder-kindduo. Er waren ouders die er speciaal vrij voor namen. De betrokkenheid was uitzonderlijk en er wordt nog steeds vol enthousiasme over gesproken. Een leerling zei zelfs: “Dit vergeet ik nooit meer!”’
Derya: ‘Als brugfunctionaris ben ik hier op school het eerste aanspreekpunt voor ouders als zij vragen hebben over iets anders dan het onderwijs. Ik vorm de gespreksdriehoek met het kind en de ouders. Omdat ik elke ochtend bij de deur sta ben ik zichtbaar en zie ik de ouders en kinderen geregeld. Hierdoor kan ik zaken snel signaleren en in kaart brengen. Het is fijn voor kinderen en ouders om vaste vertrouwde gezichten te zien, zeker omdat er de afgelopen jaren veel directiewisselingen hebben plaatsgevonden. Ouders komen naar ons toe als ze ergens tegenaan lopen. Af en toe geven we advies of verwijzen we door naar de jusite instantie, maar nog vaker zijn we vooral het luisterend oor. Onlangs zei een ouder nog tegen Asli: “Ik ben blij dat ik hier met jou over kan praten, dat je luistert zonder te oordelen.” We vinden het belangrijk dat onze leerlingen hun talenten ontdekken en erachter komen wat ze leuk vinden om te doen. Vandaar dat we de subsidie ook gebruiken voor de inzet van vakdocenten. Elke periode tussen twee schoolvakanties staat in het teken van een andere activiteit. Denk aan schrijven, dansen en toneelspelen. En in de pauzes komen onze leerlingen in aanraking met diverse sporten dankzij de inzet van Streetwise.’
Cleo: ‘In de nabije toekomst willen we graag borgen wat we nu al opgezet hebben. De informatieochtenden gaan we uitbreiden en de ouderraad gaan we nieuw leven inblazen. Daarnaast lijkt het ons goed als leerkrachten aan de hand van een door ons opgesteld formulier signalen in kaart kunnen brengen. Zij zien onze leerlingen en hun ouders ten slotte nog vaker dan wij. En ten slotte willen we onze online zichtbaarheid vergroten. Dit artikel is een mooi begin!’
Meer informatie over familiescholen: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs/familiescholen/
Cleo
Vier scholen van Innoord ontvangen momenteel de familieschoolsubsidie. Wij bezoeken alle vier de scholen om met eigen ogen te zien wat zij allemaal doen om het leven van leerlingen die onder de armoedegrens leven te verrijken met talentontwikkeling, voorlichting, voorziening in basisbehoeften en ontspanning. Vandaag zijn we op OBS De Vier Windstreken. Hier werken brugfunctionaris Sana Dahri en coördinator familieschool Jael van den Berg.
Tekst Merel Kokhuis
Het plan was om Sana kort te interviewen over de manier waarop zij en Jael de familieschoolsubsidie inzetten om de leeromstandigheden van de kinderen op OBS De Vier Windstreken te verbeteren waar nodig en waar mogelijk. Ik mag langskomen op de ochtend dat zo’n tien vrijwilligers de tweewekelijkse boodschappentassen gaan inpakken in de ouderkamer. Bij binnenkomst merk ik het al meteen: hier hangt een ontspannen sfeer, iedereen is hier welkom. Sana onthaalt iedere vrijwilliger/ouder/collega/leerling vol enthousiasme. Iedereen krijgt haar aandacht. Ze doet duizend dingen tegelijk en toch loopt haar hoofd niet over. Althans, ze laat het in ieder geval niet merken.
Zodra de vrachtwagens van supermarktketen Jumbo arriveren, verandert de groep in een geoliede machine. Razendsnel worden alle boodschappen uitgeladen en in een uitgekiende volgorde in de ouderkamer uitgestald, van zwaar en stevig (melk) naar licht en kwetsbaar (eieren). Sana: ‘De boodschappentassen zijn nodig omdat veel ouders onvoldoende te besteden hebben om hun kinderen gezonde voeding te geven. Ik heb weleens gezien dat een jongetje oude patat in zijn broodtrommel had of dat een kind helemaal geen lunch mee had gekregen. In de tassen doen we dus vooral gezonde dingen. Altijd zuivel, fruit, groente en broodbeleg.’
Het is eigenlijk allang weer tijd om naar kantoor te gaan, maar ik wil zo graag blijven dat ik besluit mijn afspraken van die ochtend te verzetten. Ik kan niet stil blijven zitten en help met het inpakken van de bijna 160 tassen. Ondertussen lopen er ouders binnen die zich willen aanmelden voor een EHBO-cursus. Sana: ‘Een tijd geleden kreeg een jongen uit de buurt een hartstilstand. Het is gelukkig goed afgelopen met hem, maar de schrik zat er goed in en het bleek dat bijna niemand wist hoe je moet reanimeren. Vandaar dat we nu de mogelijkheid bieden om dat gratis te leren. En de aanmeldingen stromen binnen.’
Ik merk dat de vrijwilligers graag in de ouderkamer zijn en dat er vriendschappen ontstaan. Sommige ouders, die bijvoorbeeld nog niet zo lang in Nederland zijn, zitten veel thuis en kunnen zich vrij eenzaam voelen. Door vrijwilligerswerk voor de school te doen, gaan ze ook sociaal vooruit. Sana: ‘De weg naar hulp is voor ouders bij ons op school zo heel toegankelijk. Als een kind bijvoorbeeld een bed, bril of fiets nodig heeft, dan doen Jael en ik er alles aan om dat te realiseren met financiële hulp van het Jeugdeducatiefonds, Stichting Sina of Stichting Leergeld.’
Sana en Jael slagen erin om taboes te doorbreken. Door nooit te oordelen, goed te luisteren en, indien gewenst, met een praktische oplossing te komen. Er komen steeds meer hulpvragen binnen en er is minder schaamte. Sana: ‘We doen het voor elkaar en voor de kinderen. We bouwen een community. In een buurt waar veel armoede is en mensen grote zorgen hebben, is zoiets als een tienminutengesprek op school geen prioriteit. En toch groeit de ouderbetrokkenheid hier gestaag. In september wordt altijd een algemene informatieavond gehouden, maar meestal is de opkomst magertjes. Dit jaar kwamen er maar liefst drie keer zoveel ouders als we gewend waren. Daar doen we het voor: verbinding en betrokkenheid.’
Als alle tassen ingepakt zijn en de eerste ouders hun boodschappen komen ophalen, ruik ik opeens heerlijke kookgeuren. Enkele vrijwilligers blijken ook nog even een lunch in elkaar te hebben gedraaid en ik word uitgenodigd om mee te eten. De Afghaanse dolma’s en Marokkaanse pannenkoekjes smaken extra goed na het harde werken en in dit gezelschap. Ik wil vaker helpen!
Meer informatie over familiescholen: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs/familiescholen/
Merel
Dit schooljaar is er bij Innoord 1 nieuwe directeur gestart en daar zijn we hartstikke blij mee!
Wil je ook kennismaken met Mariska van Montessori Boven ‘t IJ? Lees dan verder.
Ik ben, zoals ik het zelf graag noem, een schoolleider van buiten. Ik heb eerst een hele tijd in de communicatie en organisatie gewerkt. Daarna gaf ik trainingen en werd ik directeur van een trainingsinstituut. Vanuit daar heb ik de overstap gemaakt naar directeur van een basisschool. Uiteraard ben ik de schoolleidersopleiding gaan doen, omdat ik meer zicht wilde krijgen op onderwijsontwikkeling. Ik begon meteen in het Montessorionderwijs en dat bevalt me heel goed.
Als schoolleider van buiten heb ik een brede blik waarin integraal leiderschap centraal staat, alles met elkaar verbonden is. Ik ben gericht op een goede profilering en kan ontwikkelingen in gang brengen. Transparante communicatie en iedereen meenemen in het proces vind ik belangrijke factoren. Verder neem ik vooral veel positiviteit mee, ik lach altijd en overal.
Ik heb op deze functie gesolliciteerd omdat ik het fijn vind dat de 16 scholen van Innoord bij elkaar in de buurt zijn in plaats van over het hele land verspreid zoals bij mijn vorige stichting. Mijn collega’s zitten letterlijk om de hoek en dat maakt samenwerking zo eenvoudig. Daarnaast vind ik het fijn dat dit wederom een Montessorischool is, maar nu met een diverser publiek dan ik gewend ben.
Ik heb bewust gekozen voor een Amsterdamse school en houd van de Amsterdamse directheid, al moet ik daar soms ook nog wat aan wennen. Tijdens mijn sollicitatieprocedure ben ik alvast langsgegaan op Montessori Boven ‘t IJ om de sfeer te proeven. Die was precies zoals ik die ken uit het Montessorionderwijs. En ik werd geraakt door de schoonheid en diversiteit van al die verschillende culturen bij elkaar. Maar ook door sommige leerlingen die juist in lastige levensomstandigheden verkeren. Toen voelde ik: voor al deze kinderen wil ik het doen!
De titel van ons huidige schoolplan is: De toekomst is nu. En die begrijp ik heel goed. We moeten het ook echt nu doen. Voor de lange termijn werken we toe naar een integraal Montessorikindcentrum, inclusief Montessorivoorschool. En over een paar jaar hoop ik dat we op deze plek in een mooi nieuw gebouw zitten met veel ruimte voor groen en beweging.
Mariska
Lieke (32 jaar) doet haar werkervaringstraject na een positieve afronding van de crash course bij Het Schoolbureau. Haar mentor is Jaime Teiwes van IKC Noordrijk.
Lieke: ‘Afgelopen jaar heb ik gereisd en daarvoor maakte ik voor Future NL onderwijsmateriaal over digitale weerbaarheid. Af en toe mocht ik een gastles geven. De momenten in de klassen vond ik de leukste aspecten van mijn werk. Vandaar dat ik me opgegeven heb voor de crash course en nu mijn werkervaringstraject doe. Het is zo fijn om niet meer de hele dag achter de computer te zitten en het contact met de leerlingen is ontzettend leuk. Ik leer nu vooral de basis van het lesgeven en moet aan het eind van deze drie maanden een dagdeel zelfstandig voor de klas kunnen staan. Het ene moment denk ik dat ik het helemaal door heb en het volgende moment blijkt het toch lastiger dan gedacht. Vooral nu we door de komst van een nieuwe leerling met een nieuwe groepsdynamiek te maken hebben. Maar ik geniet met volle teugen. Het is nooit saai!’
Jaime: ‘Ik begeleid voor het eerst iemand tijdens een werkervaringstraject. Dat is anders dan een Pabostudent, want Lieke heeft nog geen dag les gehad. Ik tast dus af wat ze nodig heeft en welke lesstijl bij haar past en laat haar vooral zien hoe wij dingen aanpakken. Zo komt ze erachter waar ze al wel en nog niet bekwaam in is. Ze is een kei in het opbouwen van een band met de kinderen en kan goed reflecteren. Door haar komst leer ik beter naar mezelf te kijken en ben ik me er bewust van geworden dat ik de gedegen voorbereiding van lessen een beetje heb laten versloffen. Het is mooi dat de aanwezigheid van een zij-instromer of stagiair(e) me dat laat inzien. Daarbij hoop ik als mentor een bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen van het lerarentekort. En het is leuk om te zien hoe mijn leerlingen reageren als er iemand anders voor de klas staat. Tot slot vind ik het prettig dat ik als fulltimer zonder duo met Lieke kan sparren. Hoe zie jij dat? Of hoe zou jij dat oplossen? Heel waardevol!’
Jaime
Emma studeert als zij-instromer aan de iPabo en staat in haar eerste jaar met meester John in groep 7 op IKC Overhoeks.
Emma: Na mijn opleiding aan de filmacademie, heb ik jaren in de filmindustrie gewerkt. Tot het niet meer voldoende bevrediging gaf en ik op zoek ben gegaan naar een nieuwe uitdaging. Ik deed de crash course van Het Schoolbureau op de Montessorischool Azalea en daarna startte ik een werkervaringstraject op IKC Overhoeks. In toenemende mate ben ik ervan overtuigd dat het primair onderwijs de juiste volgende stap is geweest. Ik heb het ontzettend naar mijn zin bij John in groep 7. Hij is een didactisch sterke en ervaren leerkracht en het is fijn om iemand als voorbeeld te hebben die zelfverzekerd zijn vak uitvoert, mij kan voeden met kennis maar me ook alle ruimte geeft. Ik kan soms nog een idealistisch beeld van het vak hebben en dus wil ik vaak werkvormen en klasindelingen veranderen om te experimenteren, daarin laat hij me mijn gang gaan. Maar ik zie dat ook zijn manier van lesgeven – work hard, play hard – een positief effect heeft op de resultaten van de leerlingen.’
John: ‘Emma is enorm creatief, ze heeft een groot hart voor het onderwijs, wil leerlingen graag helpen en is een doorzetter. Nu staan we soms nog samen voor de klas, maar ik durf haar ook vrij te laten. Het begeleiden van een zij-instromer heeft veel voordelen. In het begin investeer je tijd en begeleid je de student, daarna kun je oogsten. Dan heb je meer tijd voor andere werkzaamheden en om zaken beter uit te zoeken. Daarnaast is het voor de kinderen goed om af en toe een ander gezicht voor de groep te zien. Wat het mij nog het meeste oplevert is dat het me scherp houdt. Een zij-instromer zorgt ervoor dat ik niet verzand in gewoontes en sleur. Daarnaast vind ik het mijn maatschappelijke taak om nieuwe leerkrachten op te leiden. Als ik klaag over het lerarentekort, wil ik er alles aan doen om het te veranderen.’
Emma
Mayra (21 jaar, midden) is eerstejaars student aan de nieuwe opleiding Pabo/ALO van de HvA. Na deze 4,5 jarige opleiding krijgt ze voor beide richtingen een diploma. Ze kan dan dus voor de klas in het basisonderwijs, maar ook gymles geven op de lagere of de middelbare school. Haar stageschool is ons IKC NoordRijk en haar mentoren zijn Lex en Gaby.
Student Mayra: ‘Na mijn MBO4-opleiding aan de sportacademie wilde ik nog doorstuderen. Omdat ik al vier jaar in de gymzaal had gestaan, leek het me een mooie combinatie om nu niet alleen de ALO, maar ook de Pabo te doen. Het lijkt me fijn om later ook beide beroepen te kunnen blijven uitoefenen of om gymles te kunnen geven aan mijn eigen klas. Ondanks de lange dagen en het feit dat nog niet alles even duidelijk is, vind ik de opleiding ontzettend leuk. Omdat de opleiding nog heel nieuw is, wordt er goed naar onze feedback geluisterd. Ook is het prettig dat het pedagogische gedeelte van beide opleidingen overlapt. Wel merk ik dat ik op mijn stage sneller ga dan op school. De opleidingen gaan toch nog een beetje uit van een dag per week stage lopen terwijl mijn klasgenoten en ik in twee dagen per week natuurlijk twee keer zoveel leren.’
Vakleerkracht bewegingsonderwijs Lex: ‘Ik begeleid Mayra tijdens haar stage in de gymzaal. Ze is heel relaxed in de zaal en maakt gemakkelijk een connectie met kinderen. Tijdens de overleggen denkt ze actief mee en komt ze met goede oplossingen. Ik vind het fijn dat een stagiair(e) mij laat nadenken over wat ik eigenlijk aan het doen ben. Ook vind ik het een mooie uitdaging om mijn feedback altijd weer op de persoon af te stemmen en zo te formuleren dat hij of zij er iets aan heeft. Ik hoop altijd de juiste snaar te raken. De opleiding die ze nu doet lijkt me behoorlijk zwaar. Het is lastig als je je aandacht altijd moet verdelen tussen twee vakgebieden en de werkdruk is erg hoog voor de studenten. Maar ik zie zeker de meerwaarde van iemand die als tussenpersoon kan fungeren tussen vakdocent bewegingsonderwijs en leerkracht. Als deze persoon gezamenlijke raakvlakken weet te creëren kan dat bijvoorbeeld tot bewegend leren leiden.’
Leerkracht Gaby: ‘Ik ben Mayra’s mentor als ze stage loopt in de klas. De samenwerking met Lex en Nicolette (opleider in de school vanuit Innoord) verloopt soepel omdat we allemaal in hetzelfde beoordelingsdocument werken. Ik denk dat het goed is als Mayra en haar medestudenten later bijvoorbeeld als vakleerkracht bewegingsonderwijs werken en dan een dag per week voor de klas kunnen om gaten op te vullen. Mayra staat altijd open voor feedback en doet er ook echt iets mee. Ze is enthousiast, betrokken, duidelijk en benaderbaar voor de leerlingen. De kinderen vinden het een feest om haar ook in de gymzaal te zien. Meters maken in het onderwijs is van groot belang, vandaar dat ik graag naast leerkracht, mentor van stagiair(e)s ben.’
Mayra
Yalda (23 jaar) studeert aan de Pabo op de HvA en doet haar LIO in groep 7/8 van Merel op Daltonschool De Poolster.
Yalda: ‘Dit hele schooljaar sta ik maandag en dinsdag voor de groep. Elke dinsdag komt Merel bij een les kijken zodat we die samen kunnen nabespreken. Daarnaast maakt ze me wegwijs in Parnassys, rapporten schrijven, toetsen analyseren en oudergesprekken. Dit zijn dingen die ik graag wil leren en op de Pabo mis. ’
Merel: ‘Ik geniet van de samenwerking met Yalda. We stellen bijvoorbeeld samen lessen samen als we vinden dat de methodeles niet goed genoeg aansluit bij onze klas. En omdat Yalda een Daltonminor gevolgd heeft, weet ze daar enorm veel van. Volgend jaar krijgen we een nieuw schoolgebouw dat goed past bij ons Daltononderwijs, onder andere met leerpleinen. Ik weet zeker dat Yalda dan ook van grote betekenis zal zijn.’
Yalda: ‘Ik wil inderdaad graag hier blijven werken als ik mijn diploma heb, want ik vind de begeleiding en collegialiteit hier geweldig. Dat heb ik niet eerder ergens zo ervaren. Ik word hier als gelijke gezien en voel me heel welkom.’
Merel: ’Ik ben mentor geworden omdat ik het niet alleen leuk vind om aan kinderen iets te leren, maar ook aan volwassenen. Ik denk graag over onderwijs na en met een stagiair(e) wordt ik gedwongen dieper op zaken in te gaan. Ook brengt een stagiair(e) vaak vernieuwing met zich mee. Zo kan ik voortdurend blijven zoeken naar de beste vormen van onderwijs voor mijn leerlingen. Ik ervaar dat het begeleiden van een stagiair(e) me meer oplevert dan het me kost. Samen nadenken, voorbereiden en verwerken, daar haal ik zelf ook veel uit. Dus als Yalda afgestudeerd is, mag de volgende stagiair(e) zich melden.’
Merel
Jules (24 jaar) studeert aan de Pabo op de HvA en doet haar LIO in de klas van juf Ilja op onze Taalschool, waar zij nieuwkomers tussen de zes en twaalf jaar lesgeven.
Jules: ‘Dit hele schooljaar ben ik elke maandag en dinsdag op De Taalschool. Op maandag sta ik alleen voor de klas, op dinsdag zijn Ilja en ik samen. Het doel van deze LIO is dat ik startbekwaam word, zodat ik volgend jaar helemaal alleen een klas kan draaien. Mijn persoonlijke doel is om ook nog wat zelfzekerder te worden.’
Ilja: ‘Omdat Jules al bijna klaar is met haar opleiding, zie ik haar niet als stagiaire, ze is meer mijn collega. We vullen elkaar goed aan en leren van elkaar. Jules grootste talent is dat ze elke dag van oor tot oor straalt. Dat enthousiasme geeft ze door aan onze leerlingen. Ook is ze heel goed in het betrekken van toneel en poppenkast in haar lessen. Dat is heel waardevol voor onze leerlingen die de Nederlandse taal nog aan het leren zijn.’
Jules: ‘Ilja en ik overleggen regelmatig over mijn leerdoelen en verbeterpunten. En vier keer per jaar komt mijn opleider in de school, Marianne Schrijver, bij een les kijken om mij te beoordelen. Klassenmanagement en de instructies kort houden blijven punten waar ik op moet letten. In het begin van het schooljaar had ik het even moeilijk. Toen had ik eerder om hulp moeten vragen. Maar het was ook goed dat Ilja me zo vrij liet, want zo kon ik mijn eigen recept volgen in plaats van dat van haar.’
Ilja: ‘Ik vind het machtig mooi om mentor te zijn, want ik draag graag mijn liefde voor het vak over aan de jongere generatie. Onderwijs is voor mij geen baan maar een roeping. Ik wil wel van de daken schreeuwen hoe fijn het is om elke dag met kinderen te werken. Maar ik wil mijn stagiair(e)s ook behoeden voor de valkuilen waar ik zelf ingetrapt ben. Zo stuur ik Jules altijd op tijd naar huis om overbelasting te voorkomen. Zelf ging ik vroeger veel te lang door met werken.’
Jules: ’Als ik mijn diploma heb, dan ga ik het liefst werken op een basisschool in de buurt van het dorp waar ik woon. Het lesgeven op De Taalschool is prachtig, maar ik wil eerst meters maken in het reguliere onderwijs. Ik heb een voorkeur voor thematisch onderwijs omdat het jong en oud aanspreekt en omdat de connectie tussen verschillende vakken een meerwaarde kan zijn.’
Ilja
Stijn studeert aan de Pabo op de HvA en loopt zijn LIO-stage in groep 8 van juf Patty op OBS IJplein.
Stijn: ‘Iedere woensdag krijg ik een overdracht van Patty omdat ik donderdag alleen voor de groep sta. Vrijdags zijn we er allebei. Die dag doet ze vaak dingen buiten het lokaal en soms kijkt ze met me mee om feedback te kunnen geven. Ik heb nog een paar opdrachten vanuit school om tijdens mijn LIO uit te voeren en ik heb zelf nog enkele leerdoelen en competenties opgesteld. Een daarvan is dat ik wat soepeler overwicht zou willen hebben over de gehele groep.’
Patty: ‘Ik stem mijn begeleiding op de persoon af. Bij Stijn geef ik af en toe informele feedback als we na een werkdag het lokaal samen opruimen. Maar hij leert zeker niet alleen van mij, ik leer net zo goed van hem. Hij heeft veel didactische kennis over bijvoorbeeld het EDI-model en bereidt zijn lessen altijd tot in de puntjes voor. Zo ver was ik zelf echt nog niet tijdens mijn LIO. En voor de leerlingen vind ik het geweldig dat ze eindelijk eens een meester hebben.’
Stijn: ‘Hoewel ik pas 21 jaar ben als ik mijn diploma haal, wil ik na de zomervakantie meteen doorgaan. Ik zit er nu zo lekker in. Reizen ga ik over een tijdje wel doen. Ik vind de populatie in Amsterdam-Noord erg interessant, dus ik zie mezelf hier wel blijven. Tijdens mijn vorige stage op De Taalschool heb ik veel geleerd over lesgeven aan kinderen die Nederlands niet als eerste taal geleerd hebben. Daar zou ik graag meer mee willen doen, maar dat kan net zo goed op OBS IJplein. De bovenbouw vind ik het leukst vanwege de gesprekken en grapjes.’
Patty: ‘Een stagiair(e) begeleiden kost echt geen extra tijd, het levert je juist heel veel op. Als je al een paar jaar dezelfde groep draait, dan slijten gewoontes erin. Een stagiair(e) houdt je dan scherp. En je kunt elkaars kwaliteiten benutten en elkaar aanvullen. Daarnaast vind ik het belangrijk om te proberen het lerarentekort op te lossen. Dat doe je onder andere door nieuwe leerkrachten op te leiden. En uiteraard geef ik graag mijn passie voor het onderwijs door.’
Patty
‘De populatie van de school past goed bij mij omdat hier grote uitdagingen liggen. Een deel van de kinderen op school spreekt bijvoorbeeld geen Nederlands thuis, dus voor hen is goed onderwijs extra belangrijk. En daar sta ik voor, ik wil werken waar dat het hardst nodig is.’
Minggus Hentzepeter is onlangs gestart als adjunct-directeur op De IJdoornschool.
Na het behalen van mijn UPvA-diploma ben ik als leerkracht in Amsterdam Zuidoost gaan werken. Later kwamen daar directieondersteunende taken en een bovenschools project over de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs bij. Dankzij dit project kunnen leerlingen van groep acht al één dag per week naar de middelbare school zodat hun landing daar zo zacht mogelijk wordt. Ook was ik coördinator van het bovenschoolse leerteam Kansengelijkheid waarbij de handreiking ‘Handelen vanuit hoge verwachtingen’ is ontwikkeld voor leerkrachten. Ondertussen deed ik eerst de masteropleiding Onderwijswetenschappen en daarna de schoolleidersopleiding. Na zeven jaar had ik de basisschool waarop ik werkte zien groeien van een krappe voldoende naar een goed en vond ik het tijd om ergens anders te gaan kijken.
Ik heb naar de functie van adjunct-directeur op De IJdoornschool gesolliciteerd omdat dit in twee jaar tijd de eerste vacature was die me echt aansprak. De populatie van de school past goed bij mij omdat hier grote uitdagingen liggen. Een deel van de kinderen op school spreekt bijvoorbeeld geen Nederlands thuis, dus voor hen is goed onderwijs extra belangrijk. En daar sta ik voor, ik wil werken waar dat het hardst nodig is.
Ik probeer leerkrachten vertrouwen te geven en te laten meedenken. Autonomie vind ik belangrijk. Ik geloof dat iedereen zijn of haar eigen expertise en talenten heeft en dat we die moeten bundelen. En ik geloof heel erg in samendoen. Het maakt niet uit wie het goede idee inbrengt, als het toepasbaar is en bij de visie en de doelen van de school past, dan moeten we ervoor gaan.
Directeur Sanne Vernet en ik hebben nog geen harde taakverdeling gemaakt. Tot de herfstvakantie neemt ze mij overal in mee en volg ik het inductieprogramma van Innoord waarbij elke week een ander onderwerp aan bod komt.
We hebben een hoop dingen in gedachten waar we dit schooljaar aan willen werken. Onze prioriteit is de basis op orde hebben. Daarnaast bekijken we ons pedagogisch klimaat kritisch. Staat iedereen er nog achter? Moeten we dingen aanpassen? Als leidraad hiervoor zijn we gestart met het verbetertraject van ONA ExCEL. Dit traject biedt twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek.
Ik kijk het meest uit naar de groei die onze leerlingen gaan doormaken. Het is mijn streven dat iedere leerling een zo passend mogelijke vervolgstap kan maken na groep acht. Daarvoor is het belangrijk dat de basisvaardigheden op orde zijn, en moeten we ervoor zorgen dat leerlingen hun talenten ontdekken en een brede kijk op de wereld ontwikkelen.
Minggus