Mijn mentor en ik: Jaime en Lieke

Lieke (32 jaar) doet haar werkervaringstraject na een positieve afronding van de crash course bij Het Schoolbureau. Haar mentor is Jaime Teiwes van IKC Noordrijk.  

 

 

Lieke: ‘Afgelopen jaar heb ik gereisd en daarvoor maakte ik voor Future NL onderwijsmateriaal over digitale weerbaarheid. Af en toe mocht ik een gastles geven. De momenten in de klassen vond ik de leukste aspecten van mijn werk. Vandaar dat ik me opgegeven heb voor de crash course en nu mijn werkervaringstraject doe. Het is zo fijn om niet meer de hele dag achter de computer te zitten en het contact met de leerlingen is ontzettend leuk. Ik leer nu vooral de basis van het lesgeven en moet aan het eind van deze drie maanden een dagdeel zelfstandig voor de klas kunnen staan. Het ene moment denk ik dat ik het helemaal door heb en het volgende moment blijkt het toch lastiger dan gedacht. Vooral nu we door de komst van een nieuwe leerling met een nieuwe groepsdynamiek te maken hebben. Maar ik geniet met volle teugen. Het is nooit saai!’

 

Jaime: ‘Ik begeleid voor het eerst iemand tijdens een werkervaringstraject. Dat is anders dan een Pabostudent, want Lieke heeft nog geen dag les gehad. Ik tast dus af wat ze nodig heeft en welke lesstijl bij haar past en laat haar vooral zien hoe wij dingen aanpakken. Zo komt ze erachter waar ze al wel en nog niet bekwaam in is. Ze is een kei in het opbouwen van een band met de kinderen en kan goed reflecteren. Door haar komst leer ik beter naar mezelf te kijken en ben ik me er bewust van geworden dat ik de gedegen voorbereiding van lessen een beetje heb laten versloffen. Het is mooi dat de aanwezigheid van een zij-instromer of stagiair(e) me dat laat inzien. Daarbij hoop ik als mentor een bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen van het lerarentekort. En het is leuk om te zien hoe mijn leerlingen reageren als er iemand anders voor de klas staat. Tot slot vind ik het prettig dat ik als fulltimer zonder duo met Lieke kan sparren. Hoe zie jij dat? Of hoe zou jij dat oplossen? Heel waardevol!’

‘Ik vind het prettig dat ik als fulltimer zonder duo met Lieke kan sparren. Hoe zie jij dat? Of hoe zou jij dat oplossen? Heel waardevol!’’

Jaime

Ontmoet andere collega's

Mijn mentor en ik: John en Emma

Emma studeert als zij-instromer aan de iPabo en staat in haar eerste jaar met meester John in groep 7 op IKC Overhoeks.

 

 

Emma: Na mijn opleiding aan de filmacademie, heb ik jaren in de filmindustrie gewerkt. Tot het niet meer voldoende bevrediging gaf en ik op zoek ben gegaan naar een nieuwe uitdaging. Ik deed de crash course van Het Schoolbureau op de Montessorischool Azalea en daarna startte ik een werkervaringstraject op IKC Overhoeks. In toenemende mate ben ik ervan overtuigd dat het primair onderwijs de juiste volgende stap is geweest. Ik heb het ontzettend naar mijn zin bij John in groep 7. Hij is een didactisch sterke en ervaren leerkracht en het is fijn om iemand als voorbeeld te hebben die zelfverzekerd zijn vak uitvoert, mij kan voeden met kennis maar me ook alle ruimte geeft. Ik kan soms nog een idealistisch beeld van het vak hebben en dus wil ik vaak werkvormen en klasindelingen veranderen om te experimenteren, daarin laat hij me mijn gang gaan. Maar ik zie dat ook zijn manier van lesgeven – work hard, play hard – een positief effect heeft op de resultaten van de leerlingen.’

 

John: ‘Emma is enorm creatief, ze heeft een groot hart voor het onderwijs, wil leerlingen graag helpen en is een doorzetter. Nu staan we soms nog samen voor de klas, maar ik durf haar ook vrij te laten. Het begeleiden van een zij-instromer heeft veel voordelen. In het begin investeer je tijd en begeleid je de student, daarna kun je oogsten. Dan heb je meer tijd voor andere werkzaamheden en om zaken beter uit te zoeken. Daarnaast is het voor de kinderen goed om af en toe een ander gezicht voor de groep te zien. Wat het mij nog het meeste oplevert is dat het me scherp houdt. Een zij-instromer zorgt ervoor dat ik niet verzand in gewoontes en sleur. Daarnaast vind ik het mijn maatschappelijke taak om nieuwe leerkrachten op te leiden. Als ik klaag over het lerarentekort, wil ik er alles aan doen om het te veranderen.’

‘Het is fijn om iemand als voorbeeld te hebben die zelfverzekerd zijn vak uitvoert, mij kan voeden met kennis maar me ook alle ruimte geeft’

Emma

Ontmoet andere collega's

Pabo/ALO-student Mayra

Mayra (21 jaar, midden) is eerstejaars student aan de nieuwe opleiding Pabo/ALO van de HvA. Na deze 4,5 jarige opleiding krijgt ze voor beide richtingen een diploma. Ze kan dan dus voor de klas in het basisonderwijs, maar ook gymles geven op de lagere of de middelbare school. Haar stageschool is ons IKC NoordRijk en haar mentoren zijn Lex en Gaby.

 

 

Student Mayra: ‘Na mijn MBO4-opleiding aan de sportacademie wilde ik nog doorstuderen. Omdat ik al vier jaar in de gymzaal had gestaan, leek het me een mooie combinatie om nu niet alleen de ALO, maar ook de Pabo te doen. Het lijkt me fijn om later ook beide beroepen te kunnen blijven uitoefenen of om gymles te kunnen geven aan mijn eigen klas. Ondanks de lange dagen en het feit dat nog niet alles even duidelijk is, vind ik de opleiding ontzettend leuk. Omdat de opleiding nog heel nieuw is, wordt er goed naar onze feedback geluisterd. Ook is het prettig dat het pedagogische gedeelte van beide opleidingen overlapt. Wel merk ik dat ik op mijn stage sneller ga dan op school. De opleidingen gaan toch nog een beetje uit van een dag per week stage lopen terwijl mijn klasgenoten en ik in twee dagen per week natuurlijk twee keer zoveel leren.’

 

Vakleerkracht bewegingsonderwijs Lex: ‘Ik begeleid Mayra tijdens haar stage in de gymzaal. Ze is heel relaxed in de zaal en maakt gemakkelijk een connectie met kinderen. Tijdens de overleggen denkt ze actief mee en komt ze met goede oplossingen. Ik vind het fijn dat een stagiair(e) mij laat nadenken over wat ik eigenlijk aan het doen ben. Ook vind ik het een mooie uitdaging om mijn feedback altijd weer op de persoon af te stemmen en zo te formuleren dat hij of zij er iets aan heeft. Ik hoop altijd de juiste snaar te raken. De opleiding die ze nu doet lijkt me behoorlijk zwaar. Het is lastig als je je aandacht altijd moet verdelen tussen twee vakgebieden en de werkdruk is erg hoog voor de studenten. Maar ik zie zeker de meerwaarde van iemand die als tussenpersoon kan fungeren tussen vakdocent bewegingsonderwijs en leerkracht. Als deze persoon gezamenlijke raakvlakken weet te creëren kan dat bijvoorbeeld tot bewegend leren leiden.’

 

Leerkracht Gaby: ‘Ik ben Mayra’s mentor als ze stage loopt in de klas. De samenwerking met Lex en Nicolette (opleider in de school vanuit Innoord) verloopt soepel omdat we allemaal in hetzelfde beoordelingsdocument werken. Ik denk dat het goed is als Mayra en haar medestudenten later bijvoorbeeld als vakleerkracht bewegingsonderwijs werken en dan een dag per week voor de klas kunnen om gaten op te vullen. Mayra staat altijd open voor feedback en doet er ook echt iets mee. Ze is enthousiast, betrokken, duidelijk en benaderbaar voor de leerlingen. De kinderen vinden het een feest om haar ook in de gymzaal te zien. Meters maken in het onderwijs is van groot belang, vandaar dat ik graag naast leerkracht, mentor van stagiair(e)s ben.’ 

‘Het lijkt me fijn om later beide beroepen te kunnen blijven uitoefenen of om gymles te kunnen geven aan mijn eigen klas’

Mayra

Ontmoet andere collega's

Mijn mentor en ik: Merel en Yalda

Yalda (23 jaar) studeert aan de Pabo op de HvA en doet haar LIO in groep 7/8 van Merel op Daltonschool De Poolster.

 

 

Yalda: ‘Dit hele schooljaar sta ik maandag en dinsdag voor de groep. Elke dinsdag komt Merel bij een les kijken zodat we die samen kunnen nabespreken. Daarnaast maakt ze me wegwijs in Parnassys, rapporten schrijven, toetsen analyseren en oudergesprekken. Dit zijn dingen die ik graag wil leren en op de Pabo mis. ’

 

Merel: ‘Ik geniet van de samenwerking met Yalda. We stellen bijvoorbeeld samen lessen samen als we vinden dat de methodeles niet goed genoeg aansluit bij onze klas. En omdat Yalda een Daltonminor gevolgd heeft, weet ze daar enorm veel van. Volgend jaar krijgen we een nieuw schoolgebouw dat goed past bij ons Daltononderwijs, onder andere met leerpleinen. Ik weet zeker dat Yalda dan ook van grote betekenis zal zijn.’

 

Yalda: ‘Ik wil inderdaad graag hier blijven werken als ik mijn diploma heb, want ik vind de begeleiding en collegialiteit hier geweldig. Dat heb ik niet eerder ergens zo ervaren. Ik word hier als gelijke gezien en voel me heel welkom.’

 

Merel: ’Ik ben mentor geworden omdat ik het niet alleen leuk vind om aan kinderen iets te leren, maar ook aan volwassenen. Ik denk graag over onderwijs na en met een stagiair(e) wordt ik gedwongen dieper op zaken in te gaan. Ook brengt een stagiair(e) vaak vernieuwing met zich mee. Zo kan ik voortdurend blijven zoeken naar de beste vormen van onderwijs voor mijn leerlingen. Ik ervaar dat het begeleiden van een stagiair(e) me meer oplevert dan het me kost. Samen nadenken, voorbereiden en verwerken, daar haal ik zelf ook veel uit. Dus als Yalda afgestudeerd is, mag de volgende stagiair(e) zich melden.’ 

‘Volgend jaar krijgen we een nieuw schoolgebouw dat goed past bij ons Daltononderwijs, onder andere met leerpleinen. Ik weet zeker dat Yalda dan ook van grote betekenis zal zijn.’

Merel

Ontmoet andere collega's

Mijn mentor en ik: Jules en Ilja

Jules (24 jaar) studeert aan de Pabo op de HvA en doet haar LIO in de klas van juf Ilja op onze Taalschool, waar zij nieuwkomers tussen de zes en twaalf jaar lesgeven. 

 

 

Jules: ‘Dit hele schooljaar ben ik elke maandag en dinsdag op De Taalschool. Op maandag sta ik alleen voor de klas, op dinsdag zijn Ilja en ik samen. Het doel van deze LIO is dat ik startbekwaam word, zodat ik volgend jaar helemaal alleen een klas kan draaien. Mijn persoonlijke doel is om ook nog wat zelfzekerder te worden.’

 

Ilja: ‘Omdat Jules al bijna klaar is met haar opleiding, zie ik haar niet als stagiaire, ze is meer mijn collega. We vullen elkaar goed aan en leren van elkaar. Jules grootste talent is dat ze elke dag van oor tot oor straalt. Dat enthousiasme geeft ze door aan onze leerlingen. Ook is ze heel goed in het betrekken van toneel en poppenkast in haar lessen. Dat is heel waardevol voor onze leerlingen die de Nederlandse taal nog aan het leren zijn.’

 

Jules: ‘Ilja en ik overleggen regelmatig over mijn leerdoelen en verbeterpunten. En vier keer per jaar komt mijn opleider in de school, Marianne Schrijver, bij een les kijken om mij te beoordelen. Klassenmanagement en de instructies kort houden blijven punten waar ik op moet letten. In het begin van het schooljaar had ik het even moeilijk. Toen had ik eerder om hulp moeten vragen. Maar het was ook goed dat Ilja me zo vrij liet, want zo kon ik mijn eigen recept volgen in plaats van dat van haar.’

 

Ilja: ‘Ik vind het machtig mooi om mentor te zijn, want ik draag graag mijn liefde voor het vak over aan de jongere generatie. Onderwijs is voor mij geen baan maar een roeping. Ik wil wel van de daken schreeuwen hoe fijn het is om elke dag met kinderen te werken. Maar ik wil mijn stagiair(e)s ook behoeden voor de valkuilen waar ik zelf ingetrapt ben. Zo stuur ik Jules altijd op tijd naar huis om overbelasting te voorkomen. Zelf ging ik vroeger veel te lang door met werken.’

 

Jules: ’Als ik mijn diploma heb, dan ga ik het liefst werken op een basisschool in de buurt van het dorp waar ik woon. Het lesgeven op De Taalschool is prachtig, maar ik wil eerst meters maken in het reguliere onderwijs. Ik heb een voorkeur voor thematisch onderwijs omdat het jong en oud aanspreekt en omdat de connectie tussen verschillende vakken een meerwaarde kan zijn.’

‘Jules’ grootste talent is dat ze elke dag van oor tot oor straalt. Dat enthousiasme geeft ze door aan onze leerlingen.’

Ilja

Ontmoet andere collega's

Mijn mentor en ik: Stijn en Patty

Stijn studeert aan de Pabo op de HvA en loopt zijn LIO-stage in groep 8 van juf Patty op OBS IJplein.

 

 

Stijn: ‘Iedere woensdag krijg ik een overdracht van Patty omdat ik donderdag alleen voor de groep sta. Vrijdags zijn we er allebei. Die dag doet ze vaak dingen buiten het lokaal en soms kijkt ze met me mee om feedback te kunnen geven. Ik heb nog een paar opdrachten vanuit school om tijdens mijn LIO uit te voeren en ik heb zelf nog enkele leerdoelen en competenties opgesteld. Een daarvan is dat ik wat soepeler overwicht zou willen hebben over de gehele groep.’

 

Patty: ‘Ik stem mijn begeleiding op de persoon af. Bij Stijn geef ik af en toe informele feedback als we na een werkdag het lokaal samen opruimen. Maar hij leert zeker niet alleen van mij, ik leer net zo goed van hem. Hij heeft veel didactische kennis over bijvoorbeeld het EDI-model en bereidt zijn lessen altijd tot in de puntjes voor. Zo ver was ik zelf echt nog niet tijdens mijn LIO. En voor de leerlingen vind ik het geweldig dat ze eindelijk eens een meester hebben.’

 

Stijn: ‘Hoewel ik pas 21 jaar ben als ik mijn diploma haal, wil ik na de zomervakantie meteen doorgaan. Ik zit er nu zo lekker in. Reizen ga ik over een tijdje wel doen. Ik vind de populatie in Amsterdam-Noord erg interessant, dus ik zie mezelf hier wel blijven. Tijdens mijn vorige stage op De Taalschool heb ik veel geleerd over lesgeven aan kinderen die Nederlands niet als eerste taal geleerd hebben. Daar zou ik graag meer mee willen doen, maar dat kan net zo goed op OBS IJplein. De bovenbouw vind ik het leukst vanwege de gesprekken en grapjes.’

 

Patty: ‘Een stagiair(e) begeleiden kost echt geen extra tijd, het levert je juist heel veel op. Als je al een paar jaar dezelfde groep draait, dan slijten gewoontes erin. Een stagiair(e) houdt je dan scherp. En je kunt elkaars kwaliteiten benutten en elkaar aanvullen. Daarnaast vind ik het belangrijk om te proberen het lerarentekort op te lossen. Dat doe je onder andere door nieuwe leerkrachten op te leiden. En uiteraard geef ik graag mijn passie voor het onderwijs door.’

‘Stijn leert zeker niet alleen van mij, ik leer net zo goed van hem’

Patty

Ontmoet andere collega's

Bring a friend

 

Bij Innoord voeren we momenteel een referralcampagne. Dat betekent dat een medewerker die een nieuwe leerkracht aandraagt een geldbedrag ontvangt. Via-via, dus. Op deze manier hopen we voldoende collega’s te werven om voor elke klas een geschikte leerkracht te vinden en zo goed onderwijs te kunnen bieden én de werkdruk van onze medewerkers te verlagen. 

 

Kelvin Kuiper (leerkracht groep 6-8, 24 jaar, Kindercampus Mokum) werkte al bij Innoord en heeft ervoor gezorgd dat Mireille Jonk (leerkracht, groep 6-8, 34 jaar, Kindercampus Mokum) onze nieuwe collega is geworden. Samen vertellen ze hoe dat ging.

 

Kelvin

Ik werk sinds augustus 2022 als leerkacht op KIndercampus Mokum, vers van de deeltijd iPabo. Ik koos specifiek voor deze school omdat ik geloof in gepersonaliseerd leren en graag wilde werken op een school waarvan het gebouw hierop aangepast is. En daarnaast vind ik het fijn dat nog niet alles uitgekristalliseerd is en wij als team nog kunnen meebouwen aan het gepersonaliseerd onderwijs. Vlak na mijn start hier zag ik in de lerarenkamer de referralposter hangen. Sowieso leek het me al leuk om een studiegenoot hier naartoe te halen, maar de bonus zorgde voor een extra trigger.  

 

Mireille

Na elf jaar in de kinderopvang ben ik als leerkrachtondersteuner begonnen naast een studie aan de iPabo. Op de opleiding heb ik Kelvin en veel andere leuke klasgenoten leren kennen. Mijn laatste stage was op een school in Volendam waar ik ook woonde, dus hier ben ik blijven hangen. Ik zocht geen andere baan, maar vond het op Kindercampus Mokum vanwege het gebouw en onderwijsconcept wel heel leuk toen ik een keer kwam kijken. Dit sloot namelijk naadloos aan op een onderwijsvisie die ik op de opleiding zelf heb moeten ontwikkelen. Toen duidelijk werd dat de school waarop ik werkte mij niet in de bouw kon plaatsen waar ik graag wilde werken, ben ik toch op Kelvins verzoek ingegaan. Het is wel iets verder reizen, maar dat heb ik over voor de kansen die hier liggen. Ik weet nog dat een docent op de iPabo ons ooit waarschuwde: ‘Je bent nu net na je afstuderen een wilde gans, vol met ideeën. Zorg dat je niet vastroest, blijf je ontwikkelen en word geen tamme gans.’ Ik verwacht niet dat iemand op Kindercampus Mokum ooit een tamme gans wordt, want ieders input wordt meegenomen in de opbouw en vormgeving van dit mooie, nieuwe onderwijsconcept.  

 

Kelvin

De referralcampagne is een goede manier om aan nieuwe mensen te komen, want hij zette mij aan om dat extra stapje te zetten. En via-via nieuwe medewerkers werven werkt sowieso beter dan via een vacature op een website. Ik kon Mireille vol enthousiasme overhalen.   

“Ik zocht geen andere baan, maar vond het op Kindercampus Mokum vanwege het gebouw en onderwijsconcept wel heel leuk toen ik een keer kwam kijken”

Mireille

 

 

Ontmoet andere collega's

Yvonne Zeegers, leerkracht op OBS De Weidevogel

 

Yvonne Zeegers (67 jaar) staat ook na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd nog fulltime voor groep 3 op OBS De Weidevogel. Ze heeft nooit afgeteld naar haar pensioen en bekijkt per jaar of ze door wil gaan.

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

Als kind speelde ik al schooltje, ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets anders heb willen doen. Ik was 19 jaar toen ik begon en werk na 48 jaar nog steeds met veel plezier in het onderwijs. Mijn drijfveer is in de loop der tijd wel veranderd. Vroeger koos ik voor dit beroep uit een soort ideaal. Ik ging ze alles leren wat ze moesten weten. Nu is het meer: wat fijn om kinderen te leren leren. Om te voldoen aan hun onderwijsbehoeftes. De wereld van kinderen is ook groter geworden. Vroeger was de kleuterschool de eerste stap in het loskomen van het gezin. Toen waren er nog geen crèches of peuterspeelzalen. 

 

Hoe ben je bij Innoord terechtgekomen?

Ik ben begonnen op een school in het centrum. Daar was ik kleuterleidster en hoofdleidster. Vervolgens gaf ik les in Heiloo. Daar ben ik ook directeur geweest. Ook heb ik nog een tijdje op een school met een kinderleefkringhuis gewerkt. En daarna nog in Amsterdam-West en Zuidoost. Toen ik vervolgens directeur was in Heerhugowaard heb ik een studie tot intern begeleider gevolgd. Hiervoor liep ik stage op OBS De Weidevogel, maar toen hier een leerkracht voor groep 3 gezocht werd heb ik mezelf aangeboden. Dit is mijn vierde jaar in deze groep. Ernaast ben ik taalcoördinator en zit ik in de GMR. 

 

Wat is de grootste verandering in al die jaren?

Zonder twijfel de manier waarop we digitalisering toepassen in onze lessen. Soms vind ik dit een vooruitgang, maar soms gaan we in mijn ogen te ver. Gelukkig kun je in groep 3 niet om het werken met schriftjes heen. De maatschappij is ook veranderd in de loop der jaren. Omdat er elke dag zo veel informatie op iedereen afkomt leer ik mijn leerlingen ook hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan. Is dit feit of fictie? Hoe kan je dat zelf onderzoeken? 

 

Wat is het mooiste dat je in je loopbaan hebt meegemaakt tot nu toe?

Vroeger had ik een eigen Tjalk waarmee ik ook kon zeilen. Toen ik in Heiloo werkte gebruikte ik die om de leerlingen mee op schoolreisje te nemen. We voeren dan naar het Poppenspel in Uitgeest. Totaal niet ver maar de kinderen vonden het reuze spannend en oud-leerlingen hebben er nog altijd fijne herinneringen aan. 

 

Wat ga je het meest missen als je ooit echt met pensioen gaat?

Vooral het bijblijven. Kinderen weten altijd zulke wijze vragen te stellen, dat houdt mij ook scherp. Als een leerling vraagt of een juffer een libellesoort is of dat een libelle een juffersoort is dan triggert mij dat en zoek ik het direct uit. Zoiets gebeurt in het onderwijs elke dag. Thuis wat minder, vrees ik. 

 

Waarom zouden mensen voor het basisonderwijs moeten kiezen?

Je leert continu bij en blijft jong van geest. En het is mooi om mee te maken dat kinderen minder afhankelijk worden van volwassenen als ze leren lezen, als ze zelf informatie kunnen vergaren. Ook blijft het een mooie uitdaging om de dagelijkse gang van zaken in een klas te combineren met je eigen creativiteit, om aan elke les een eigen draai te geven. Dat heb je toch nergens, die vrijheid? 

‘Kinderen weten altijd zulke wijze vragen te stellen, dat houdt mij ook scherp’

Ontmoet andere collega's

Tetiana Zubar, leerkracht tussenvoorziening OBS Het Vogelnest

 

Tetiana uit Oekraïne werkt sinds twee maanden als leerkracht op de tussenvoorziening bij OBS Het Vogelnest. Hier kunnen Oekraïense kinderen wennen en krijgen ze les tot ze naar de nieuwkomersklas of naar huis kunnen.  

 

Hoe ben je bij de tussenvoorziening van Innoord terecht gekomen?

Ik ben eind maart met mijn dochter naar Nederland gevlucht. Mijn man is in Oekraïne achtergebleven. Mijn dochter kon al snel naar de nieuwkomersklas op OBS Het Vogelnest. Toen Het Vogelnest ook een tussenvoorzieningslocatie werd heb ik hier gesolliciteerd als leerkracht. In Oekraïne was ik docent Engels in het primair en het voorgezet onderwijs en heb ik bijles Engels gegeven.  

 

Wat doe je precies als leerkracht bij de tussenvoorziening?

Ik heb samen met een Oekraïense collega die al jaren in Nederland woont negen leerlingen die allemaal onlangs uit Oekraïne gevlucht zijn. Zij verblijven in een hotel vlak bij OBS Het Vogelnest. We hebben een lesschema gemaakt dat de leerlingen houvast maar ook vrijheid geeft. De lessen variëren van Oekraïens, Engels en Nederlands tot wiskunde, muziek, circus en veel creativiteit. 

 

Hoe ziet een werkdag eruit?

Elke dag is anders. We vragen de kinderen bijvoorbeeld hoe hun weekend was. Hiermee stellen we ze op hun gemak én oefenen we de uitspraak in het Engels en Nederlands. We hebben leerlingen van verschillende leeftijden en niveaus. Sommigen kunnen al goed schrijven, anderen nog niet. Over de situatie in ons thuisland praten we weinig. Het is niet zo dat we erover zwijgen, maar we willen graag dat de kinderen het hier fijn hebben en herinneren ze dus niet steeds aan de oorlog. Wel zingen we samen Oekraïense liedjes die met de oorlog te maken hebben. En als een leerling opvallend gedrag vertoont en wij vermoeden dat dat door oorlogstrauma komt, dan nemen we wel contact op met een kinderpsycholoog voor hulp. Het contact met de ouders is intensiever dan in andere klassen hier op school. Elke middag lopen we met de kinderen naar buiten om met hun ouders te kunnen praten. 

 

Wat wil je met de leerlingen bereiken?

Ik vraag niet te veel van ze. Sommigen kunnen heel basic dingen zoals knippen niet (meer). Wellicht komt dat door de situatie. Het is dus vooral belangrijk om ze simpele basisvaardigheden en -kennis bij te brengen zodat ze op het juiste niveau zitten als we terug naar Oekraïne kunnen.   

‘Het is vooral belangrijk om de leerlingen simpele basisvaardigheden en -kennis bij te brengen zodat ze op het juiste niveau zitten als we terug naar Oekraïne kunnen’

Ontmoet andere collega's

Marianne de la Bey,

leerkracht op

OBS De Vier Windstreken

Vorige maand ging juf Marianne officieel met pensioen. Maar haar klas in de steek laten is niks voor haar. Dus maakt ze het schooljaar af met net zo veel werkplezier als de afgelopen 45(!!!!) jaar. Wij mochten haar interviewen over deze lange en mooie tijd.

 

 

 

Waarom wilde jij het onderwijs in?

‘Heel simpel: een vriendin van de middelbare school wilde naar de Pabo en ik ging met haar mee omdat ik niks anders kon bedenken. Ik zou het gewoon proberen en anders stoppen. Vanaf de eerste dag heb ik het altijd heel leuk gevonden in het onderwijs. Het werk is heel afwisselend, elke dag is anders. En ook elk jaar is weer anders met steeds een nieuwe klas.  Ik werk in het onderwijs omdat ik hier kinderen echt iets kan meegeven. Iedereen heeft een droom en ik hoop de basis te leggen om die droom te bereiken. In groep 3 vond ik het vooral heel mooi om in korte tijd veel te kunnen bereiken. Binnen een paar maanden leer je daar kinderen lezen en schrijven. In groep 8 is het juist weer prachtig dat je bezig bent met iedereen op de juiste plek in het middelbaar onderwijs te krijgen.’ 

 

Hoe ben je bij De Vier Windstreken terecht gekomen?

‘Ik ben op 5 september 1977 als leerkracht begonnen. In die tijd was er weinig werk in het onderwijs te vinden, dus ik kwam in een invalpool terecht en heb op 10 scholen ingevallen. Toen bij OBS De Vier Windstreken iemand met zwangerschapsverlof ging kon ik hier invallen. En toen die periode afliep kon ik weer iemand anders vervangen. En later weer. Ik kreeg eerst een paar tijdelijke contracten en op 1 augustus 1980 een vaste aanstelling. En daarna ben ik nooit meer weggegaan. Ik vind het fijn dat De Vier Windstreken openbaar onderwijs biedt, dat iedereen hier welkom is.’ 

 

Hoe zag je loopbaan eruit?

‘Ik heb in al die jaren voor alle groepen gestaan, behalve voor de kleuters. Dat vind ik ook echt een andere discipline waar je apart voor opgeleid moet worden. Jammer dat dat niet meer gebeurt. In het begin deed ik graag de middenbouw, later groeide ik mee richting de bovenbouw en inmiddels voel ik me weer meer op mijn plek in de middenbouw. De reden dat ik 45 jaar op OBS De Vier Windstreken ben gebleven is dat ik hier altijd tevreden ben geweest. Het gras was ergens anders nooit groener. Ik heb hier altijd voldoende inspraak gehad. En als je maar lang genoeg ergens blijft zitten verandert er vanzelf een hoop om je heen. Ik heb zo’n 140 collega’s zien komen en gaan in de loop der tijd. Al die nieuwe collega’s brachten steeds weer nieuwe inzichten.’

 

Wat is de grootste verandering in al die jaren geweest?

‘De digitalisering was voor mij persoonlijk de grootste verandering. Digitalisering vind ik een vooruitgang maar ik juich het niet alleen maar toe. Letters leren gaat schriftelijk nog altijd beter dan digitaal. Het is rustiger en vereist meer focus van de leerling waardoor de kennis beter blijft hangen. Gelukkig heb ik altijd de laptop en het werkboek mogen combineren. Ook is de populatie op De Vier Windstreken enorm veranderd. Toen ik begon hadden we vooral witte leerlingen die uit andere wijken in Amsterdam naar Noord verhuisd waren. Later kregen we steeds meer leerlingen met een niet-Westerse achtergrond. Mijn eerste Marokkaanse leerling heeft nu zijn kinderen hier op school.’ 

 

Wat is het mooiste dat je in je werk hebt meegemaakt?

‘Over het algemeen is dat dat je uiteindelijk hoort dat kinderen goed terecht gekomen zijn, dat ze hun dromen gevolgd hebben. Specifieker was het een gebeurtenis afgelopen schooljaar. Het online lesgeven tijdens de lockdowns vond ik verschrikkelijk. Als het een leerling niet lukte om in te loggen kon ik dat niet oplossen. Ik voelde me voor het eerst in mijn loopbaan een slechte leerkracht. En opeens was daar de heldenspeld van de gemeente Amsterdam. Die hadden ouders van leerlingen voor me aangevraagd om me te laten weten dat ik nog steeds een goede leerkracht was, ook al vond ik online lesgeven een ramp. Die extra waardering was geweldig!’

 

Wat ga je het meest missen als je met pensioen bent?

‘Ik denk alles. Niet alleen de kinderen en collega’s, maar ook de dagelijkse gang naar school, de verantwoordelijkheid om ergens op tijd te zijn. Ik heb het onderwijs nooit als zwaar ervaren en ben al die tijd met plezier op de fiets gestapt.’ 

 

Waarom zouden mensen voor het basisonderwijs moeten kiezen?

‘Je legt de basis voor het verdere leven van de kinderen, je draagt bij aan hun ontwikkeling. Je kunt ze echt iets meegeven, ook op sociaal gebied. Je kunt inspelen op wat er leeft. Leert kinderen hun mening te vormen. Het gaat me aan het hart dat er zo’n groot lerarentekort is momenteel. Daarom werk ik ook mee aan dit interview. Dit vak doet ertoe!’

‘Het gras was ergens anders nooit groener’

Ontmoet andere collega's