Angela Bergsma, zij-instromer op IKC NoordRijk

 

Zij-instromers, LIO’ers en stagiair(e)s. We zijn dolblij met iedereen die besluit in het onderwijs te komen werken en stellen je graag voor aan onze collega’s van de toekomst. Angela Bergsma doet haar LIO voor de pabo op de HvA bij IKC NoordRijk. 

 

Wat heb je hiervoor gedaan?

Na de middelbare school heb ik rechten gestudeerd aan de UvA en vervolgens als jurist gewerkt, maar ik merkte al na een paar jaar dat ik niet genoeg voldoening haalde uit dat werk. Toen tijdens de lockdowns alle sociale aspecten van het werk wegvielen besloot ik dat ik de overstap naar het onderwijs wilde maken. In oktober 2021 deed ik de realistische en pittige crash course van Het Schoolbureau. Daar merkte ik dat ik echt voor de klas wilde staan. Daarna ben ik gestart met een werkervaringstraject op IKC NoordRijk en nu sta ik al weer een paar maanden met veel plezier parttime voor de klas in groep 1/2 op deze school.

 

Wat neem je mee uit je vorige leven als jurist?

Ik denk toch wel de analytische aanpak die je als jurist inzet bij het bekijken van zaken. Ik zoom gemakkelijk uit, heb snel zicht op hoofd- en bijzaken en bekijk het grotere plaatje, waardoor ik overzicht heb. Dit helpt bij de organisatorische aspecten van het lesgeven, maar ook gewoon om in de klas overzicht te houden over de leerlingen. Daarnaast heb ik weinig moeite met allerlei werkgroepen en het mondelinge en schriftelijke contact met ouders en andere externen. 

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

Ik werd getriggerd toen ik de documentaireserie Klassen, waaraan Innoord meedeed, zag. Hierdoor gebeurde er echt iets met me. Mijn spreekwoordelijke vlammetje ging ervan branden. De serie maakte zichtbaar dat er zo veel kanten aan het onderwijs zitten. Wat hierbij ook meespeelde was dat ik in Amsterdam-Noord woon en dus veel plekken uit de serie herkende. Ik voel me erg verbonden met Noord en wilde dus ook graag hier aan de slag.

 

Waar kijk je het meest naar uit als je straks een eigen klas hebt?

Überhaupt naar het hebben van een geheel eigen klas en dat je daar enigszins je eigen draai aan kunt geven. Dat ik me op de lange termijn helemaal competent voel is mijn doel, maar ik realiseer me ook dat dat niet direct na mijn afstuderen zo zal zijn. Ook dan moet ik daar nog naartoe werken. 

 

Wat voor soort leerkracht ben je?

Ik hoor geregeld dat ik rust uitstraal en duidelijk ben. Daarnaast vind ik het belangrijk dat ik ieder kind echt zie en er een band mee opbouw. Ik houd ervan om netjes en gestructureerd te werken waardoor er ruimte ontstaat om een eigen draai te geven aan de thema’s die we in de kleuterklas hebben. Mijn voorkeur gaat uit naar de onderbouw, omdat ik affiniteit heb met het jonge kind. Ik vind het mooi om in groep 1/2 te zien dat spelen in de klas enorm leerzaam is. 

 

Wat is het meest waardevol dat je van je mentor of stagebegeleider geleerd hebt?

Mijn duo Martine herinnert mij er vaak aan dat ik nog aan het leren ben en dat ik niet alles meteen goed hoef te doen. Dat klinkt heel logisch, maar ik heb er veel aan als iemand dat af en toe tegen mij zegt. Natuurlijk leer ik daarnaast ook heel veel van Martine als ik haar observeer en bewust of onbewust dingen van haar kopieer. Zoals manieren om de aandacht van leerlingen te vangen. Of een incidentje als een klassikaal leermoment aan te grijpen. En zij-instroomcoördinator Jolanda zei laatst dat ik feedback goed oppak. 

 

Wat is het leukste dat je tot nu toe meegemaakt hebt in dit vak?

Ik kan niet echt één moment noemen, maar ik word wel heel blij als ik zie dat ‘wat ik erin stop’ ook terugkrijg. Dat wat ik de kinderen leer, aankomt en blijft hangen. Dit is op zich heel logisch, maar het is ongelooflijk fijn om te ervaren dat wat ik doe van waarde is. Hier gaat onderwijs natuurlijk ook voor een groot deel over, maar het is heerlijk om het ook zelf te te ervaren.

 

‘Het is ongelooflijk fijn om te ervaren dat wat ik doe van waarde is’

Ontmoet andere collega's

Nadine Luidens, LIO’er op OBS Twiske

Zij-instromers, LIO’ers en stagiair(e)s. We zijn dolblij met iedereen die besluit in het onderwijs te komen werken en stellen je graag voor aan onze collega’s van de toekomst. Nadine Luidens doet haar LIO op OBS Twiske. 

 

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

Ja, ehm, om eerlijk te zijn wist ik het niet meteen na de havo. Mijn zus deed de UPvA en mijn tante was juf op mijn oude basisschool, dus het zit wel in de familie. Ik wilde in ieder geval een beroep kiezen dat ertoe doet, waar behoefte aan is. Daarnaast vind ik kinderen heel leuk dus gaf ik de Pabo een kans. Het blijkt erg leuk om te doen, dus het bevalt mij goed. Mijn juf in groep 8 zei het vroeger al, maar pas later kwam ik er zelf ook achter dat het vak van leerkracht bij me past. Dat ik er niet meteen voor durfde te kiezen komt misschien ook doordat ik dyslexie heb. Maar gelukkig lukt het prima. 

 

Waar kijk je het meest naar uit als je straks een eigen klas hebt?

Zelfstandig fulltime een klas draaien. Met een duo samen is het toch moeilijk. Spullen die opeens weer op een andere plek liggen of verdwijnen. Ik voel me soms toch een beetje te gast in mijn klas, hoe gastvrij ik ook ontvangen ben. Maar goed, dan moet ik wel fulltime gaan werken en ik hoor dat dat best zwaar is. Gelukkig heb ik ook gehoord dat je er aan went. Het enige nadeel is dat je vaak elke schoolvakantie ziek bent, zoals ik de afgelopen jaren elke stageweek snotverkouden was. Inmiddels heb ik een klein beetje weerstand opgebouwd. 

 

Wat voor soort leerkracht ben je?

Vriendelijk maar duidelijk. Bij mij mag veel, maar er zijn grenzen. Ik bied structuur als kinderen het nodig hebben. Wanneer ik een doel met de klas wil bereiken maakt het mij niet uit hoe we daar komen, zolang we het doel maar bereiken. Naar wat voor docent ik uiteindelijk wil zijn, ben ik nog zoekende. Wel wil ik een blije juf zijn waar de kinderen graag bij in de klas zitten. Ik heb een sterke voorkeur voor het speelse karakter van het lesgeven aan kleuters. Hier mag nog zo veel. Er is veel vrijheid om de hoeken naar eigen inzicht in te richten en dingen bij het thema te kiezen.

 

Wat is het meest waardevol dat je van je mentor of stagebegeleider geleerd hebt?

Ik heb laatst van mijn mentor Caroline geleerd dat ik mij minder moet focussen op wat fout gaat, maar juist meer op wat er goed gaat. Hierom schrijf ik elke dag drie dingen op die tijdens de lesdag goed zijn gegaan. Mijn duo Ellen raadde me aan om één keer per dag het kiesbord van tevoren klaar te zetten. Dat betekent dat ik bij één van de twee kiesmomenten zelf bepaal wat de kinderen gaan doen en met wie. Hierdoor kost het beginnen met werken minder tijd en kan ik de leerlingen mixen. Leerlingen die niet gewend zijn met elkaar te spelen komen zo toch met elkaar in contact. Dit systeem zorgt er ook voor dat iedereen overal mee in aanraking komt, de gewoonte waarbij ze steeds voor hetzelfde kiezen wordt hiermee doorbroken. 

 

Wat is het leukste dat je tot nu toe meegemaakt hebt in dit vak?

Toen ik in groep 3/4 op Montessori Boven ‘t IJ locatie Kampina stage liep, was ik verkouden en daardoor erg schor. Ik vertelde de kinderen dat ik mijn stem kwijt was. Een leerling kwam naar me toe en vroeg: ‘Wiens stem heeft u nu dan?’

‘Ik heb een sterke voorkeur voor het speelse karakter van het lesgeven aan kleuters’’

Ontmoet andere collega's

Sabine Meij, zij-instromer op IKC NoordRijk

 

Zij-instromers, LIO’ers en stagiair(e)s. We zijn dolblij met iedereen die besluit in het onderwijs te komen werken en stellen je graag voor aan onze collega’s van de toekomst. Sabine Meij  is 24 jaar en doet haar LIO voor de deeltijdpabo op de HvA op IKC NoordRijk. 

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

‘Na mijn studie toegepaste wiskunde werkte ik bij een bedrijf in de IT-hoek. Maar ik wilde helemaal niet op kantoor zitten. En ook niet zoveel alleen werken. Ik had docent wiskunde kunnen worden, maar de doelgroep op een middelbare school trok me niet zo aan, dus begon ik aan een deeltijdstudie op de pabo. De opleiding is niet echt uitnodigend, maar tijdens de stages merk ik dat dit echt is wat ik wil. Dus ik ben heel blij dat ik de keuze gemaakt heb. En ik las laatst in een afscheidsboek van mijn eigen basisschoolperiode dat ik met kinderen wilde werken. Het zat er dus toen wel al in. Maar na de middelbare school leek wiskunde een slimmere zet.’ 

 

Waar kijk je het meest naar uit?

‘Voornamelijk niet meer hoeven studeren. Ik ben wel even klaar met dat uitgebreide voorbereiden en reflecteren. En het lijkt me ook fijn als een klas me niet meer als stagiaire ziet, maar als volwaardige leerkracht. Ik maakte me eerst zorgen om het contact met de ouders, want je hoort vaak dat dat lastiger is dan met de kinderen. Maar het blijkt mee te vallen, want ook dat contact verloopt prettig.’  

 

Wat voor soort leerkracht ben je?

‘Wat ik vaak hoor is dat ik lief ben en een fijne sfeer creëer. Ik houd van gezelligheid en een gesprek voeren met de klas. De relatie met de leerlingen vind ik heel belangrijk, dus ik investeer veel tijd in individueel contact, tussendoor of buiten of na school. Mijn voorkeur gaat uit naar groep 5-7 omdat ik dan complexere dingen kan uitleggen.’  

 

Wat is het meest waardevol dat je van je mentor of stagebegeleider geleerd hebt?

‘Dat ik consequent moet blijven en iedereen bij de les moet houden. Maar eigenlijk is al Hanna’s feedback waardevol. Ook moet ik niet te lang instructie willen geven als er kinderen zijn die het al snappen. die kunnen dan al zelf aan de slag. Differentiëren in niveauverschillen dus . Hanna maakt ook actie-op-maat-schema’s (verkorte groepsplannen). Die zijn heel handig om mee te werken.’  

 

Wat is het leukste dat je tot nu toe meegemaakt hebt in dit vak?

‘In het kader van atelieronderwijs heb ik net een zumbales gegeven. Daar zat ook een stoere jongen uit groep 8 bij. Ik dacht nog: we zien wel hoe het gaat, maar hij deed heel leuk mee, was ontzettend gemotiveerd. Dat vond ik erg mooi om te zien.’ 

‘De relatie met de leerlingen vind ik heel belangrijk, dus ik investeer veel tijd in individueel contact, tussendoor of buiten of na school’

Ontmoet andere collega's

Lotte Lijesen, LIO’er op IKC Noordrijk

Zij-instromers, LIO’ers en stagiair(e)s. We zijn dolblij met iedereen die besluit in het onderwijs te komen werken en stellen je graag voor aan onze collega’s van de toekomst. Lotte Lijesen  is 25 jaar en doet haar LIO voor de deeltijd pabo van de HvA op IKC Noordrijk. 

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

‘Ik ben met de pabo begonnen in 2019. Een half jaar daarvoor had ik mijn baan in een hotel opgezegd omdat ik erachter kwam dat dat me toch niet helemaal lag. Maar wat wilde ik dan wel? Waar kreeg ik wel energie van? Het antwoord was: kinderen. Omdat ik in Engeland opgegroeid ben, was ik nog nooit op een Nederlandse basisschool geweest, maar ik mocht met een vriendin die al juf was een paar dagen meelopen op Montessori Boven ‘t IJ locatie Azalea. En ik was meteen verkocht! In Engeland zijn veel meer regels en is er minder vrijheid voor leerkrachten om een eigen stijl te ontwikkelen, dus ik ben blij dat ik hier in Nederland ben. Wel mis ik het soms om Engels te praten. Maar gelukkig krijg ik tijdens mijn LIO ook de kans om Engelse liedjes te zingen of spelletjes te doen. Om dit te integreren in mijn lessen.’ 

 

Waar kijk je het meest naar uit als je straks een eigen klas hebt?

‘Ik voel me nu al heel erg op mijn plek en ben al best wel trots, maar een eigen klas voor een hele week zal vermoeiend maar vooral heel fijn zijn. Ik doe het dan echt samen met de kinderen. De administratie lijkt me wat minder aantrekkelijk, maar het is wel heel belangrijk en nuttig om de kinderen te volgen.’ 

 

Wat voor soort leerkracht ben je?

‘Vandaag heb ik weer veel plezier en lol gemaakt. Ik hou van leuke werkvormen en lachen, maar ben wel heel streng. Hier zet ik mijn stem effectief voor in. Verder houd ik meer van onderbouw dan van bovenbouw. De heerlijke dingen die jonge kinderen soms zeggen blijven geweldig. Soms staan ze pal voor je neus en moet je stiekem heel hard lachen om wat ze zeggen terwijl je eigenlijk streng moet zijn. De speelse manier van leren, de uitdaging om het pakkend en  actief te maken trekt me erg aan.’ 

 

Wat is het meest waardevol dat je van je mentor of stagebegeleider geleerd hebt?

‘Ik bof nu echt met Kevin als mentor, hij is heel goed in zijn begeleiding. De meeste mentoren zeggen vaak tegen me: “hou het dicht bij jezelf, niet nadenken over wat anderen doen. Het onderbuikgevoel. Luister hiernaar en doe wat jij natuurlijk zou doen. Kinderen merken het als je niet authentiek handelt.” En van Kevin moet ik vooral de positieve dingen erkennen. En genieten!’

 

Wat is het leukste dat je tot nu toe meegemaakt hebt in dit vak?

‘Ik moet vaak lachen om hoe letterlijk kinderen alles nemen. Laatst hadden we speelgoedmiddag en had ik gezegd dat de kinderen mee mochten nemen waar ze graag thuis mee spelen. Een meisje vroeg of ze haar kikker mee mocht nemen. Tuurlijk, leuk, een kikkerknuffel, dacht ik nog. Stond ze de volgende ochtend met een echte kikker in een plastic bakje van de afhaalchinees in de klas. Wat moesten we daar de hele dag mee doen? Er zaten niet eens gaatjes in het bakje. Uiteindelijk heb ik het maar aangegrepen om een gesprekje over dieren te voeren met de klas. Waar hoort een kikker, waar leeft ie? Dit vergeet ik nooit meer!’ 

‘Ik krijg de kans om Engelse liedjes en spelletjes te integreren in mijn lessen’

Ontmoet andere collega's

Lieke Groof, LIO’er op OBS IJplein

Zij-instromers, LIO’ers en stagiair(e)s. We zijn dolblij met iedereen die besluit in het onderwijs te komen werken en stellen je graag voor aan onze collega’s van de toekomst. Lieke Groof is 21 jaar en doet haar LIO voor de UPvA op OBS IJplein. Ook werkt ze een dag per week op De Poolster. Haar stages heeft ze gelopen op SBO Universum en De Buikslotermeer.

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

‘Volgens mij heb ik nooit iets anders gewild. In alle vriendenboekjes van vroeger schreef ik al dat ik juf wilde worden. Ik heb er wel nog even over gedacht om geschiedenis te studeren en dat te onderwijzen op het voortgezet onderwijs, maar toen ik een paar dagen mee mocht lopen op mijn eigen oude basisschool, merkte ik al snel dat ik vooral van jonge kinderen heel veel energie krijg. Ik wilde in Utrecht of in Amsterdam studeren. Uiteindelijk heb ik voor Amsterdam gekozen, omdat ik hier de pabo kon combineren met pedagogiek in plaats van onderwijskunde. En ik was helemaal om toen studenten tijdens een open dag filmpjes lieten zien van hun stages en projecten. Ze waren zo enthousiast over de opleiding. En ik nu ook, ik heb nog geen moment spijt gehad.’

 

Waar kijk je het meest naar uit?

‘Vooral naar het hebben van een eigen klas, zelf het lokaal inrichten, zelf op onderzoek uitgaan, geen rekening meer hoeven te houden met mentoren (hoe lief die ook zijn). Echt alles helemaal zelf uitzoeken en mijn creativiteit erop loslaten. En ook vaker aanwezig zijn dan nu, waardoor ik nog meer binding met de klas krijg, maar ook met het team. Ook zal ik blij zijn als ik niet meer hoef te studeren en me dus volledig kan focussen op werk. Geen dubbelleven meer, niet meer steeds omschakelen en meer tijd voor specialisatie door middel van interessante zelfgekozen cursussen bij het Expertisecentrum van Innoord.’ 

 

Wat lijkt je minder leuk aan het vak?

‘Ik denk voornamelijk het vergaderen en alle andere dingen eromheen zoals commissies, handelingsplannen, etc. Het is leerzaam, maar het kan ook als last voelen omdat het ten kosten gaat van de aandacht voor de leerlingen. Soms is het te veel om allemaal in te plannen omdat ik mijn  leerlingen altijd voorrang wil geven.’

 

Wat voor soort leerkracht ben je?

‘Ik ben humoristisch, direct, energiek én rustig. Ik probeer kinderen te motiveren met mijn stemgebruik en daardoor juist ook rust te creëren. Ik ben een echte bovenbouwjuf. Mijn directheid, zelfstandigheid en humor passen het best bij de bovenbouw.’

 

Wat is het leukste dat je tot nu toe meegemaakt hebt in dit vak?

‘Gisteren vroeg een meisje uit mijn klas aan mij: “Juf, waarom rollen mannen als ze vallen tijdens voetbal altijd zo door? Jij zit ook op voetbal, maar jij doet het niet. Wil je het aan je vriend vragen?” Dat is toch grappig, dat dat haar opvalt en dat ze mij die vraag stelt!’

‘In alle vriendenboekjes van vroeger schreef ik al dat ik juf wilde worden’

Ontmoet andere collega's