Eva ten Hoedt, invalkracht op IKC Overhoeks

 

Eva (70) heeft jarenlang als leerkracht op OBS De Klimop (nu OBS Blijhaven) gewerkt. Na haar pensionering kwam ze via een vriendin als vrijwilliger bij IKC Overhoeks terecht. Nu helpt ze daar de leerkrachten van groep 3 zo’n twee dagen per week door een-op-een met de leerlingen aan de slag te gaan. 

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

Dat is eigenlijk best raar gegaan, zelf had ik er nooit aan gedacht. Maar mijn moeder had altijd graag het onderwijs in gewild en raadde mij dus aan om het te doen. Ik moest er echt in groeien, was tijdens mijn eerste stages doodnerveus, met plasjes zweet in mijn handen aan toe. Maar al doende ben ik het steeds leuker gaan vinden. Ik had altijd veel plezier met de leerlingen, zorgde voor voldoende ontspanning, zoals ik op de opleiding geleerd had. Het enige dat ik in het begin lastig vond was dat ik er erg jong uitzag. Ik was 22 jaar maar zag eruit als 16. Af en toe zag ik ouders denken: wat moet mijn kind met een kind als leerkracht?

 

Hoe ben je uiteindelijk  bij Innoord terechtgekomen?

Toen ik mijn diploma gehaald had kon ik heel gemakkelijk werk vinden bij een school om de hoek. En toen ik hier tien jaar gewerkt had begon ik bij een school in de Jordaan waar ik ook tien jaar bleef. Maar toen was er opeens weinig werk te vinden en kon ik alleen een WPO-baan vinden. Ik viel een tijdje in bij scholen en kon uiteindelijk bij OBS De Klimop in dienst komen. Omdat ik daar in een nieuw lokaal terechtkwam kreeg ik een gloednieuw digibord, het eerste met een touchscreen. Iedereen was jaloers, haha. 

 

Wat is de grootste verandering in al die jaren?

De digitalisering en het klassenmanagement. Ik vind het erg jammer dat ik pas laat in mijn loopbaan al die tools aangereikt gekregen heb. Als we bijvoorbeeld eerder een instructietafel en een vragenblokje/dobbelsteen hadden gehad dan was ik een betere leerkracht geweest. Ook vind ik het continurooster wel een erg grote impact hebben. Het is logisch dat hiervoor gekozen is, want veel ouders werken nu allebei, maar voor jonge kinderen is het best heftig.  

 

Wat is het mooiste dat je in je loopbaan hebt meegemaakt tot nu toe?

Elke klas is anders en soms heb je er een om te zoenen en blijft deze je altijd bij. Op OBS De Klimop heb ik eens een heerlijke klas gehad. We hadden een erg goede klik en maakten aan een stuk door grapjes. Helaas had ik ook af en toe een klas waarmee het niet werkte. Maar ook dan deed ik mijn uiterste best er iets van te maken. Niemand kan er namelijk iets aan doen, de leerkracht niet en de leerlingen ook niet. Waar ik altijd erg van genoot is het “doen”. Ik kan niet uren achter een computer zitten. Onderwijzen is topsport, actief bezig zijn. En het wordt helemaal leuk als je je eigen interesses met de klas kunt delen. Zo nam ik mijn leerlingen geregeld mee naar de manege waar mijn eigen paard stond. 

 

Wat ga je het meest missen als je ooit echt met pensioen gaat?

Natuurlijk het contact met de kinderen. Hoe ze je een spiegel voorhouden, bijvoorbeeld. Maar ook de invulling van mijn dag. Ik vind het fijn dat ik me nog steeds nuttig kan maken voor de maatschappij en de leerkrachten kan helpen met dingen waar zij niet aan toekomen. Dus voorlopig blijf ik nog wel even.

‘Soms heb je een klas om te zoenen en blijft deze je altijd bij’

Ontmoet andere collega's

Wobkje Wijbrandts, invalkracht op OBS Twiske

 

Wobkje (70) valt nog steeds met veel plezier in bij OBS Twiske waar ze jarenlang als leerkracht gewerkt heeft. 

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

Ik heb nooit iets anders gewild. Al toen ik heel klein was zat ik achterstevoren op de wc-pot omdat mijn vader de stortbak met schoolbordverf beschilderd had. Zo kon ik het als schoolbord gebruiken als ik schooltje speelde. Toch ben ik eerst de kantooropleiding gaan doen omdat ik vond dat dat meer status had. En later ben ik in de textielbranche gaan werken. 

 

Hoe ben je dan uiteindelijk toch in het onderwijs terechtgekomen?

Toen mijn kinderen klein waren heb ik in de Banne een speelotheek opgericht en raakte ik betrokken bij de peuterspeelzaal. Vervolgens ben ik de moedermavo gaan doen en pedagogiek gaan studeren omdat ik mijn kinderen goed wilde begeleiden. Aansluitend deed ik nog de lerarenopleiding in deeltijd terwijl ik in de kinderopvang werkte. Toen ben ik eerst bij De Poolster gaan werken en vervolgens bij OBS Twiske begonnen. Eigenlijk was ik een van de eerste zij-instromers. Toen ik zestig was ben ik gestopt met werken. Zo hadden mijn man en ik dat ooit afgesproken. Het eerste jaar na mijn vervroegde pensioen heb ik vooral genoten van de ontspanning. Maar toen ik gebeld werd met de vraag of ik wilde invallen bij de kleuters stond ik meteen weer klaar. En nu ben ik al negen jaar vaste invaller op OBS Twiske.

 

Wat is de grootste verandering in al die jaren?

In de achttien jaar dat ik voor de klas gestaan heb is vooral de manier waarop de ontwikkeling van kinderen beschreven moet worden extreem uitgebreid en gedetailleerd geworden. Leerkrachten zijn nu veel tijd kwijt aan verslaglegging en het invullen van leerlingvolgsystemen. Tijd die elke leerkracht liever besteedt aan de kinderen. Ik begrijp heel goed dat die verantwoording er moet zijn, maar als ik oud-leerlingen tegenkom merk ik altijd dat het beeld dat ik in de klas van hen had klopte.  

 

Wat is het mooiste dat je in je loopbaan hebt meegemaakt tot nu toe?

De blijheid van kinderen, dat ze blij binnenkomen als ze je zien. En als ze druk bezig zijn met hun werk. Maar ook de onbevangenheid en emotie-uitingen van kleuters. Wat ik ook prettig vond: als ouders eerst tegensputterden wanneer wij kleuters nog een jaartje in groep 2 wilden laten blijven en zij later kwamen vertellen dat het toch een goede beslissing was, dat wij ons werk goed deden. 

 

Wat ga je het meest missen als je ooit met pensioen gaat?

Het contact met collega’s en natuurlijk de kinderen. Als je geïnteresseerd bent in de ontwikkeling van kinderen zal het onderwijs goed bij je passen. Helemaal als je je afvraagt hoe je die ontwikkeling zo goed mogelijk kunt begeleiden. Dat is wat het onderwijs mooi maakt.

‘ik was een van de eerste zij-instromers’

Ontmoet andere collega's

Dineke Valenkamp, invalkracht

 

Dineke (71 jaar) werkte eerst 20 jaar als leerkracht en vervolgens jarenlang als directeur, waarvan de laatste 17 bij Montessori Boven ‘t IJ. Sinds haar pensioen in 2016 valt ze geregeld in als leerkracht op alle locaties van deze school.  

 

Wanneer en hoe wist je dat je het onderwijs in wilde?

Het was geen bewuste keuze. Mijn vader, die bovenmeester was, bepaalde dit voor mij. Zelf had ik Frans of geschiedenis willen studeren. Maar mijn vader heeft goed gezien dat het basisonderwijs – en Montessorionderwijs in het bijzonder – goed bij mij past. 

 

Hoe ben je bij Innoord terechtgekomen?

Ik was directeur in Purmerend. Het was een leuke school, maar ik woonde in Amsterdam en wilde dichter bij huis werken. Daarom stuurde ik een briefje naar de gemeente dat ik directeur wilde worden van een Montessorischool in Amsterdam. Ik kon meteen beginnen op Montessori Boven ‘t IJ. In het begin dacht ik soms wel: waar ben ik beland? Zo kreeg ik te maken met een boze buurman en twee niet-functionerende leerkrachten. Maar na anderhalf jaar had ik alles op orde. En waar we eerst weinig aanwas hadden, veranderde dat nadat ik onze school gepromoot had bij peuterscholen in de omgeving. 

 

Wat is de grootste verandering in al die jaren?

Die vond niet zozeer plaats binnen het onderwijs maar meer in de samenleving. Meer en meer zag ik dat de houding van sommige ouders met betrekking tot hun kinderen veranderde. Deze ouders denken dat alles om hun kind draait. Soms uit zich dat zelfs in overtrokken reacties zoals agressief gedrag tegenover de leerkracht. Dat is echt zwaar voor leerkrachten, zeker als je net begint. Gelukkig zijn er ook nog steeds heel veel redelijke ouders, maar ik heb wel eens gekscherend geroepen dat een school vol weeskinderen ideaal zou zijn. 

 

Wat is het mooiste dat je in je loopbaan hebt meegemaakt tot nu toe?

Dat blijft nog steeds het moment dat een kind dat heel blij roept: ik weet wat daar staat! De verwondering van een kind dat ineens leest. Ik heb daar altijd zo van genoten dat ik ook als directeur nog wekelijks voor de klas stond. Als er een collega uitviel ging ik eerder zelf invallen dan dat ik dat door de IB’er liet doen. Daarvoor is het werk van een IB’er te belangrijk. Waar ik niet over te spreken ben is het feit dat de onderwijsinspectie eisen stelt die niet overeenkomen met de basisbeginselen van Montessori. Dat ieder kind op een bepaalde leeftijd dezelfde kennis moet hebben druist in tegen het aanhouden van een eigen tempo. Geef kinderen de tijd om te leren! Verplichte methodes zijn nadelig voor het Montessorionderwijs. 

 

Waarom ben je na je pensioen doorgegaan met werken? 

Ik heb eerst een jaar niks gedaan. Ik vond dat ik mijn opvolger de ruimte moest geven. Maar we kwamen elkaar tegen in bioscoop en ze vroeg me te komen invallen als leerkracht. Ik heb ja gezegd omdat kinderen recht hebben op goed onderwijs. Verdelen over andere klassen of naar huis sturen komen niet in mijn boekje voor. Zelf heb ik mijn vader nog ingehuurd als invalkracht toen hij al tegen de tachtig liep.   

 

Waarom zouden mensen voor het basisonderwijs moeten kiezen?

Omgaan met kinderen is leuk. Als een kind iets grappigs zegt, dan kun je daar een dag op draaien. En het is geweldig als ze zich veilig bij je voelen. Een school is een maatschappij op zich met een diversiteit aan nationaliteiten en niveaus. 

‘Verdelen over andere klassen of naar huis sturen komen niet in mijn boekje voor’

Ontmoet andere collega's