Mayra (21 jaar, midden) is eerstejaars student aan de nieuwe opleiding Pabo/ALO van de HvA. Na deze 4,5 jarige opleiding krijgt ze voor beide richtingen een diploma. Ze kan dan dus voor de klas in het basisonderwijs, maar ook gymles geven op de lagere of de middelbare school. Haar stageschool is ons IKC NoordRijk en haar mentoren zijn Lex en Gaby.
Student Mayra: ‘Na mijn MBO4-opleiding aan de sportacademie wilde ik nog doorstuderen. Omdat ik al vier jaar in de gymzaal had gestaan, leek het me een mooie combinatie om nu niet alleen de ALO, maar ook de Pabo te doen. Het lijkt me fijn om later ook beide beroepen te kunnen blijven uitoefenen of om gymles te kunnen geven aan mijn eigen klas. Ondanks de lange dagen en het feit dat nog niet alles even duidelijk is, vind ik de opleiding ontzettend leuk. Omdat de opleiding nog heel nieuw is, wordt er goed naar onze feedback geluisterd. Ook is het prettig dat het pedagogische gedeelte van beide opleidingen overlapt. Wel merk ik dat ik op mijn stage sneller ga dan op school. De opleidingen gaan toch nog een beetje uit van een dag per week stage lopen terwijl mijn klasgenoten en ik in twee dagen per week natuurlijk twee keer zoveel leren.’
Vakleerkracht bewegingsonderwijs Lex: ‘Ik begeleid Mayra tijdens haar stage in de gymzaal. Ze is heel relaxed in de zaal en maakt gemakkelijk een connectie met kinderen. Tijdens de overleggen denkt ze actief mee en komt ze met goede oplossingen. Ik vind het fijn dat een stagiair(e) mij laat nadenken over wat ik eigenlijk aan het doen ben. Ook vind ik het een mooie uitdaging om mijn feedback altijd weer op de persoon af te stemmen en zo te formuleren dat hij of zij er iets aan heeft. Ik hoop altijd de juiste snaar te raken. De opleiding die ze nu doet lijkt me behoorlijk zwaar. Het is lastig als je je aandacht altijd moet verdelen tussen twee vakgebieden en de werkdruk is erg hoog voor de studenten. Maar ik zie zeker de meerwaarde van iemand die als tussenpersoon kan fungeren tussen vakdocent bewegingsonderwijs en leerkracht. Als deze persoon gezamenlijke raakvlakken weet te creëren kan dat bijvoorbeeld tot bewegend leren leiden.’
Leerkracht Gaby: ‘Ik ben Mayra’s mentor als ze stage loopt in de klas. De samenwerking met Lex en Nicolette (opleider in de school vanuit Innoord) verloopt soepel omdat we allemaal in hetzelfde beoordelingsdocument werken. Ik denk dat het goed is als Mayra en haar medestudenten later bijvoorbeeld als vakleerkracht bewegingsonderwijs werken en dan een dag per week voor de klas kunnen om gaten op te vullen. Mayra staat altijd open voor feedback en doet er ook echt iets mee. Ze is enthousiast, betrokken, duidelijk en benaderbaar voor de leerlingen. De kinderen vinden het een feest om haar ook in de gymzaal te zien. Meters maken in het onderwijs is van groot belang, vandaar dat ik graag naast leerkracht, mentor van stagiair(e)s ben.’
Mayra
Yalda (23 jaar) studeert aan de Pabo op de HvA en doet haar LIO in groep 7/8 van Merel op Daltonschool De Poolster.
Yalda: ‘Dit hele schooljaar sta ik maandag en dinsdag voor de groep. Elke dinsdag komt Merel bij een les kijken zodat we die samen kunnen nabespreken. Daarnaast maakt ze me wegwijs in Parnassys, rapporten schrijven, toetsen analyseren en oudergesprekken. Dit zijn dingen die ik graag wil leren en op de Pabo mis. ’
Merel: ‘Ik geniet van de samenwerking met Yalda. We stellen bijvoorbeeld samen lessen samen als we vinden dat de methodeles niet goed genoeg aansluit bij onze klas. En omdat Yalda een Daltonminor gevolgd heeft, weet ze daar enorm veel van. Volgend jaar krijgen we een nieuw schoolgebouw dat goed past bij ons Daltononderwijs, onder andere met leerpleinen. Ik weet zeker dat Yalda dan ook van grote betekenis zal zijn.’
Yalda: ‘Ik wil inderdaad graag hier blijven werken als ik mijn diploma heb, want ik vind de begeleiding en collegialiteit hier geweldig. Dat heb ik niet eerder ergens zo ervaren. Ik word hier als gelijke gezien en voel me heel welkom.’
Merel: ’Ik ben mentor geworden omdat ik het niet alleen leuk vind om aan kinderen iets te leren, maar ook aan volwassenen. Ik denk graag over onderwijs na en met een stagiair(e) wordt ik gedwongen dieper op zaken in te gaan. Ook brengt een stagiair(e) vaak vernieuwing met zich mee. Zo kan ik voortdurend blijven zoeken naar de beste vormen van onderwijs voor mijn leerlingen. Ik ervaar dat het begeleiden van een stagiair(e) me meer oplevert dan het me kost. Samen nadenken, voorbereiden en verwerken, daar haal ik zelf ook veel uit. Dus als Yalda afgestudeerd is, mag de volgende stagiair(e) zich melden.’
Merel
Jules (24 jaar) studeert aan de Pabo op de HvA en doet haar LIO in de klas van juf Ilja op onze Taalschool, waar zij nieuwkomers tussen de zes en twaalf jaar lesgeven.
Jules: ‘Dit hele schooljaar ben ik elke maandag en dinsdag op De Taalschool. Op maandag sta ik alleen voor de klas, op dinsdag zijn Ilja en ik samen. Het doel van deze LIO is dat ik startbekwaam word, zodat ik volgend jaar helemaal alleen een klas kan draaien. Mijn persoonlijke doel is om ook nog wat zelfzekerder te worden.’
Ilja: ‘Omdat Jules al bijna klaar is met haar opleiding, zie ik haar niet als stagiaire, ze is meer mijn collega. We vullen elkaar goed aan en leren van elkaar. Jules grootste talent is dat ze elke dag van oor tot oor straalt. Dat enthousiasme geeft ze door aan onze leerlingen. Ook is ze heel goed in het betrekken van toneel en poppenkast in haar lessen. Dat is heel waardevol voor onze leerlingen die de Nederlandse taal nog aan het leren zijn.’
Jules: ‘Ilja en ik overleggen regelmatig over mijn leerdoelen en verbeterpunten. En vier keer per jaar komt mijn opleider in de school, Marianne Schrijver, bij een les kijken om mij te beoordelen. Klassenmanagement en de instructies kort houden blijven punten waar ik op moet letten. In het begin van het schooljaar had ik het even moeilijk. Toen had ik eerder om hulp moeten vragen. Maar het was ook goed dat Ilja me zo vrij liet, want zo kon ik mijn eigen recept volgen in plaats van dat van haar.’
Ilja: ‘Ik vind het machtig mooi om mentor te zijn, want ik draag graag mijn liefde voor het vak over aan de jongere generatie. Onderwijs is voor mij geen baan maar een roeping. Ik wil wel van de daken schreeuwen hoe fijn het is om elke dag met kinderen te werken. Maar ik wil mijn stagiair(e)s ook behoeden voor de valkuilen waar ik zelf ingetrapt ben. Zo stuur ik Jules altijd op tijd naar huis om overbelasting te voorkomen. Zelf ging ik vroeger veel te lang door met werken.’
Jules: ’Als ik mijn diploma heb, dan ga ik het liefst werken op een basisschool in de buurt van het dorp waar ik woon. Het lesgeven op De Taalschool is prachtig, maar ik wil eerst meters maken in het reguliere onderwijs. Ik heb een voorkeur voor thematisch onderwijs omdat het jong en oud aanspreekt en omdat de connectie tussen verschillende vakken een meerwaarde kan zijn.’
Ilja
Stijn studeert aan de Pabo op de HvA en loopt zijn LIO-stage in groep 8 van juf Patty op OBS IJplein.
Stijn: ‘Iedere woensdag krijg ik een overdracht van Patty omdat ik donderdag alleen voor de groep sta. Vrijdags zijn we er allebei. Die dag doet ze vaak dingen buiten het lokaal en soms kijkt ze met me mee om feedback te kunnen geven. Ik heb nog een paar opdrachten vanuit school om tijdens mijn LIO uit te voeren en ik heb zelf nog enkele leerdoelen en competenties opgesteld. Een daarvan is dat ik wat soepeler overwicht zou willen hebben over de gehele groep.’
Patty: ‘Ik stem mijn begeleiding op de persoon af. Bij Stijn geef ik af en toe informele feedback als we na een werkdag het lokaal samen opruimen. Maar hij leert zeker niet alleen van mij, ik leer net zo goed van hem. Hij heeft veel didactische kennis over bijvoorbeeld het EDI-model en bereidt zijn lessen altijd tot in de puntjes voor. Zo ver was ik zelf echt nog niet tijdens mijn LIO. En voor de leerlingen vind ik het geweldig dat ze eindelijk eens een meester hebben.’
Stijn: ‘Hoewel ik pas 21 jaar ben als ik mijn diploma haal, wil ik na de zomervakantie meteen doorgaan. Ik zit er nu zo lekker in. Reizen ga ik over een tijdje wel doen. Ik vind de populatie in Amsterdam-Noord erg interessant, dus ik zie mezelf hier wel blijven. Tijdens mijn vorige stage op De Taalschool heb ik veel geleerd over lesgeven aan kinderen die Nederlands niet als eerste taal geleerd hebben. Daar zou ik graag meer mee willen doen, maar dat kan net zo goed op OBS IJplein. De bovenbouw vind ik het leukst vanwege de gesprekken en grapjes.’
Patty: ‘Een stagiair(e) begeleiden kost echt geen extra tijd, het levert je juist heel veel op. Als je al een paar jaar dezelfde groep draait, dan slijten gewoontes erin. Een stagiair(e) houdt je dan scherp. En je kunt elkaars kwaliteiten benutten en elkaar aanvullen. Daarnaast vind ik het belangrijk om te proberen het lerarentekort op te lossen. Dat doe je onder andere door nieuwe leerkrachten op te leiden. En uiteraard geef ik graag mijn passie voor het onderwijs door.’
Patty
‘De populatie van de school past goed bij mij omdat hier grote uitdagingen liggen. Een deel van de kinderen op school spreekt bijvoorbeeld geen Nederlands thuis, dus voor hen is goed onderwijs extra belangrijk. En daar sta ik voor, ik wil werken waar dat het hardst nodig is.’
Minggus Hentzepeter is onlangs gestart als adjunct-directeur op De IJdoornschool.
Na het behalen van mijn UPvA-diploma ben ik als leerkracht in Amsterdam Zuidoost gaan werken. Later kwamen daar directieondersteunende taken en een bovenschools project over de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs bij. Dankzij dit project kunnen leerlingen van groep acht al één dag per week naar de middelbare school zodat hun landing daar zo zacht mogelijk wordt. Ook was ik coördinator van het bovenschoolse leerteam Kansengelijkheid waarbij de handreiking ‘Handelen vanuit hoge verwachtingen’ is ontwikkeld voor leerkrachten. Ondertussen deed ik eerst de masteropleiding Onderwijswetenschappen en daarna de schoolleidersopleiding. Na zeven jaar had ik de basisschool waarop ik werkte zien groeien van een krappe voldoende naar een goed en vond ik het tijd om ergens anders te gaan kijken.
Ik heb naar de functie van adjunct-directeur op De IJdoornschool gesolliciteerd omdat dit in twee jaar tijd de eerste vacature was die me echt aansprak. De populatie van de school past goed bij mij omdat hier grote uitdagingen liggen. Een deel van de kinderen op school spreekt bijvoorbeeld geen Nederlands thuis, dus voor hen is goed onderwijs extra belangrijk. En daar sta ik voor, ik wil werken waar dat het hardst nodig is.
Ik probeer leerkrachten vertrouwen te geven en te laten meedenken. Autonomie vind ik belangrijk. Ik geloof dat iedereen zijn of haar eigen expertise en talenten heeft en dat we die moeten bundelen. En ik geloof heel erg in samendoen. Het maakt niet uit wie het goede idee inbrengt, als het toepasbaar is en bij de visie en de doelen van de school past, dan moeten we ervoor gaan.
Directeur Sanne Vernet en ik hebben nog geen harde taakverdeling gemaakt. Tot de herfstvakantie neemt ze mij overal in mee en volg ik het inductieprogramma van Innoord waarbij elke week een ander onderwerp aan bod komt.
We hebben een hoop dingen in gedachten waar we dit schooljaar aan willen werken. Onze prioriteit is de basis op orde hebben. Daarnaast bekijken we ons pedagogisch klimaat kritisch. Staat iedereen er nog achter? Moeten we dingen aanpassen? Als leidraad hiervoor zijn we gestart met het verbetertraject van ONA ExCEL. Dit traject biedt twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek.
Ik kijk het meest uit naar de groei die onze leerlingen gaan doormaken. Het is mijn streven dat iedere leerling een zo passend mogelijke vervolgstap kan maken na groep acht. Daarvoor is het belangrijk dat de basisvaardigheden op orde zijn, en moeten we ervoor zorgen dat leerlingen hun talenten ontdekken en een brede kijk op de wereld ontwikkelen.
Minggus
‘We zitten niet ieder op onze eigen locatie, maar doen echt beide locaties samen. We vinden het belangrijk dat we één team vormen, omdat we één school zijn. We kijken ernaar uit dat we over een paar jaar met z’n allen weer samen in een nieuw gebouw zitten.’
Lies Sminia en Beike van den Eeden vormen sinds dit schooljaar de schoolleiding van Montessorischool Azalea.
Beike: Ik begon als leerkracht op een Montessorischool. Daarna werd ik opleidingscoördinator waarbij ik studenten heb begeleid, het opleidingsteam heb aangestuurd en het zij-instroomtraject heb opgezet. Maar ik miste in die functie de schoolcontext. Omdat ik al eerder de schoolleidersopleiding had gedaan, heb ik gesolliciteerd als adjunct-directeur bij Innoord. Wel hebben we toen afgesproken dat ik de opleiding opnieuw zou doen omdat er veel veranderd was in de loop van de tijd.
Lies: In het tweede jaar van de Pabo liep ik stage bij Montessori Boven ‘t IJ (ook van Innoord). Ik deed daar ook mijn LIO, nam al snel een dag per week een klas over en ben daar tien jaar gebleven. In 2010 was er in Amsterdam-Noord behoefte aan meer Montessorionderwijs en heb ik samen met collega Marloes Speelman een tweede locatie van Montessori Boven ‘t IJ op de Azaleastraat geopend. Een paar jaar geleden was deze tweede locatie zo gegroeid dat we een dependance nodig hadden. Hier werd ik locatieleider. Ik werd gevraagd de schoolleidersopleiding te volgen. Die deed ik samen met Beike. Sinds afgelopen jaar is onze school zelfstandig onder de naam Montessorischool Azalea.
Beike: We voeren samen de schoolleiding, waarbij Lies schoolleider is en ik de adjunct. ‘We zitten niet ieder op onze eigen locatie, maar doen echt beide locaties samen. We vinden het belangrijk dat we één team vormen, omdat we één school zijn. We kijken ernaar uit dat we over een paar jaar met z’n allen weer samen in een nieuw gebouw zitten.’ We gaan vanaf 2027 samen met middelbare school Metropolis en een sporthal van de gemeente een campus vormen op het huidige Nieuwe-Havoterrein.
Lies: We zijn het schooljaar begonnen met een zo goed als volledige bezetting. Dat komt mede doordat we heel actief contacten warm houden en verbinding hebben met de Pabo. We zijn een groeischool en een opleidingsschool dus we hechten veel belang aan het begeleiden van aankomende leerkrachten.
Beike: Lies houdt zich bezig met de nieuwbouw en facilitaire zaken. Ik richt me voornamelijk op financiën, overblijf en andere meer operationele zaken. Personele zaken en de MR doen we samen. Het is geweldig om samen aan dit avontuur te beginnen.
Lies: We worden goed begeleid en ondersteund. Sanne Vernet, de directeur van de IJdoornschool, is aangewezen als mijn maatje. Met haar neem ik geregeld de bedrijfsvoering door. En onze interim-directeur van vorig jaar (Petra Toor) kan ik nog steeds raadplegen als coach en als projectleider van onze nieuwbouw. Onze tweewekelijkse gesprekken zijn nu vooral praktisch van aard, later verschuiven ze meer richting persoonlijk leiderschap.
Beike: We hebben op dit moment een aantal nieuwe collega’s die nog niet Montessori-geschoold zijn. Vandaar dat we veel aandacht besteden aan professionalisering. Wat de leerlingen betreft heeft rekenen onze prioriteit, want we signaleren nog steeds achterstanden naar aanleiding van de lockdowns. Ook burgerschap, in het Montessorionderwijs beter bekend als kosmisch onderwijs, staat boven aan ons lijstje. We sturen op vrijheid in gebondenheid.
Lies: We zijn vorig jaar begonnen met werken in kortdurende leerteams (agile). Onderwerpen zijn bijvoorbeeld een format voor een kindportfolio/formatief evalueren, leerkracht-kindgesprekken en de voorbereide omgeving.
Beike: Ik kijk er het meest naar uit dat we over een tijdje met de hele school in één gebouw zitten. Daar werken we naartoe.
Lies: En ik verheug me erop om de vorig jaar ingezette ontwikkelingen verder te brengen. Dat is belangrijk voor de rust in de school. Ik ben er trots op dat we met dit team de ontwikkelingen met veel plezier voortzetten.
Lies
‘Mijn grootste streven is voor ieder kind een passende onderwijsplek, daarnaast vind ik het belangrijk als schoolleider dat mijn collega’s ruimte krijgen om autonoom te werken en ik daarin hun professionaliteit stimuleer. ’
Agnes van der Veen is afgelopen voorjaar begonnen als directeur bij SBO Universum.
Ik krijg energie van de dynamiek die vernieuwing en verandering met zich meebrengt. Na een groot aantal jaren in het regulier onderwijs, als leerkracht en directeur, besloot ik vanuit die behoefte de overstap te maken naar speciaal basisonderwijs. Hier is mijn liefde voor het kind met specifieke onderwijsbehoefte aangewakkerd. Na vijf jaar, waarin ik samen met externe partners en mijn team, vooral bezig ben geweest met de doorontwikkeling van een onderwijszorgsetting voor het jonge kind en deze organisatie een mooie basis had, was ik toe aan een nieuwe uitdaging en koos ik voor de overstap naar cluster 2 (TOS). Helaas voelde het cluster 2 onderwijs niet passend voor mij. Daarom kwam ik tot het besluit om daar te stoppen zonder dat ik een vervolgfunctie had.
De functie van directeur op SBO Universum die op Linkedin voorbij kwam sprak mij aan omdat ik graag in het openbaar onderwijs en het SBO werk. De opdracht om vorm te geven aan een visie op SBO-onderwijs en eraan bijdragen om ieder kind onderwijs en kansen te bieden binnen Innoord triggerde mij ook. Ik streef naar een passende onderwijsplek voor ieder kind in Noord.
Toen ik eind vorig schooljaar begon op SBO Universum kwam er veel op me af. De school zat in de afrondende fase van het schooljaar en er moesten veel zaken afgemaakt worden. Gelukkig stond hier al een heel toegewijd en betrokken team met een adjunct-directeur die de school gedragen heeft.
Dit schooljaar gaan we verder met wat er al is, zoals met de leerteams, verdere versterking van het pedagogisch handelen en een flinke impuls aan het reken- en woordenschatonderwijs. We hebben als school de mogelijkheid gekregen om ons te ontwikkelen als familieschool. De opbrengst van dit schooljaar moet dan ook wat mij betreft een visie zijn op ons onderwijs en op welke wijze wij vorm gaan geven aan de familieschool.
Ik wil graag investeren in het versterken van de relatie met de gezinnen en externe organisaties rond onze school. Het is belangrijk om ouders als partners mee te nemen in de ondersteuning en begeleiding van hun kinderen en daar waar nodig de juiste externe partners bij te betrekken. Zo creëeren we een spilfunctie voor SBO Universum, zodat we de leefomgeving versterken en de kinderen hierdoor in een kansrijkere omgeving opgroeien.
Ik verheug me op het komend schooljaar, op het ontdekken van ieders kwaliteiten, zowel bij de leerlingen en hun ouders als bij het team.
Agnes
‘Ik maakte de overstap van een stafbureau naar een school omdat ik weer meer met onderwijs bezig wilde zijn. Interimmer zijn is niet per se mijn ambitie, maar ik wil het een periode doen om ervan te leren. Het is de eerste keer dat ik in een grote stad werk. Dat is een van de zaken die mij aantrokken toen WVS Onderwijs deze functie voorstelde.’
Jim van Geest is onlangs gestart als interim-directeur bij IKC Overhoeks.
Voordat ik hier begin dit schooljaar startte heb ik veel verschillende functies binnen het onderwijs gehad, maar wel altijd gericht op de ontwikkeling van kinderen. Ik begon met tien jaar voor de klas. Daarna merkte ik dat het tijd was voor iets anders. In het onderwijs kun je dan de zorgkant of de managementkant op. Na het opzetten van een familieklas en bovenschoolse plusklas koos ik toch voor schoolmanagement en werd ik locatieleider van een beginnende school die tijdens mijn aanstelling van 30 naar 400 leerlingen ging.
Toen ik het opzetten van een groeischool in de vingers had, wilde ik graag een grote school met meerdere locaties van koers laten veranderen. Vervolgens ben ik Hoofd Personeel en daarna Manager Onderwijskwaliteit op een stafbureau geweest. Als laatste heb ik de organisatie van een stafbureau onderzocht en ge(re)organiseerd. En nu ben ik voor het eerst interim-directeur. Bij elke nieuwe functie die ik bekleed wil ik zelf ook graag iets leren.
Ik maakte de overstap van stafbureau naar school omdat ik weer meer met onderwijs bezig wilde zijn. Interimmer zijn is niet per se mijn ambitie, maar ik wil het een periode doen om ervan te leren. Het is de eerste keer dat ik in een grote stad werkt. Dat is een van de zaken die mij aantrokken toen WVS Onderwijs deze functie voorstelde.
Ik probeer een mensgerichte directeur te zijn. Ik wil graag dat mensen het goed hebben, maar ik ben ook duidelijk. Ik betrek iedereen er zo veel mogelijk bij en ben zo transparant mogelijk, ook in processen. Mensen kunnen van mij een filter en stevige back-up verwachten. Ik zal altijd achter het team staan.
De start met het team van IKC Overhoeks was echt leuk! Het is een sociaal team dat openstaat voor nieuwe dingen. Ook zie ik nu al dat het harde werkers zijn die focus hebben op wat nodig is. Het is mooi om te zien dat het team veel vrijheid en verantwoordelijkheid heeft en neemt.
De bestuurder van Innoord heeft me een duidelijke opdracht meegegeven. Naast de dagelijkse leiding ga ik me ook richten op onder andere de verkeersveiligheid rond de school, maatschappelijke ontwikkelingen en interne en externe communicatie.
Het is voor het team best spannend om dit schooljaar te beginnen met een interim-directeur én twee nieuwe intern begeleiders, maar ik voel wel alle steun uit het team. Ik kijk ernaar uit om alles wat in gang gezet is samen met mijn nieuwe collega’s verder te ontwikkelen en hoop dat de leerlingen met evenveel plezier naar school blijven komen.
Jim
‘Ik geniet ervan om met het team samen te werken. Ik sta wel aan het roer, maar als de anderen er niet zijn, dan dobbert het schip gewoon rond. De grote cruiseschepen draaien hier voor de deur altijd een rondje op het IJ, maar de kapitein van zo’n groot schip kan echt niet zonder de sleepboten van de havendienst. Dat is hier net zo’
Zij-instromer Annemiek Lamers is onlangs gestart als directeur van OBS IJplein.
Ik heb 28 jaar in de media gewerkt, onder andere bij sales, marketing en communicatie. Het onderwijs trok me al heel lang, maar ik wist nooit in welke rol ik mezelf dan zag. Ik dacht namelijk dat je voor de klas moet hebben gestaan om directeur te kunnen worden. Maar in een gesprek met een coach kwam ik erachter dat dat niet per se noodzakelijk is.
Ik besloot mee te lopen op een school van Innoord en merkte al snel dat je als directeur aan de knoppen draait voor leerlingen, leerkrachten en ouders en dat ik in die functie dus heel goed het verschil kan maken voor deze gouden driehoek. Niet lang daarna ben ik met de schoolleidersopleiding begonnen. Het was een heel druk jaar waarin ik mijn baan, mijn studie en het stagelopen combineerde.
De overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs vond ik moeilijk. Niet dat ik ooit aan mijn keuze getwijfeld heb, maar mijn overstap heeft bijvoorbeeld ook heel veel invloed gehad op mijn gezin. Ze zagen me het afgelopen jaar nauwelijks. Daarnaast heb ik mijn bedrijfsauto ingeleverd, ben ik minder gaan verdienen en heb ik mijn vrienden minder kunnen zien. Ik zou anderen dan ook aanraden om omscholen niet te onderschatten en een coach in de arm te nemen.
Maar ik ben ervan overtuigd dat je als zij-instromer met leidinggevende ervaring enorm waardevol kunt zijn voor het onderwijs. Je kunt sneller door organisatiestructuren prikken, minder snel accepteren dat iets nou eenmaal zo gaat omdat je weet dat het ook anders kan en daarmee ook mensen verrassen. Je kunt de kwaliteiten van je team zien en eruit halen. Onderwijsmensen zijn zo gemotiveerd, je zou gek zijn als je die inzet niet benut.
Op mijn eerste dag bij OBS IJplein dacht ik: ben ik wel de juiste persoon om deze school met deze leerlingen te leiden? Maar ik heb besloten om me volledig op deze kinderen te focussen, ik ga de barricades voor ze op. Mijn rol als directeur is hier zo impactvol!
Ik geniet ervan om met het team samen te werken. Ik sta wel aan het roer, maar als de anderen er niet zijn, dan dobbert het schip gewoon rond. De grote cruiseschepen draaien hier voor de deur altijd een rondje op het IJ, maar de kapitein van zo’n groot schip kan echt niet zonder de sleepboten van de havendienst. Dat is hier net zo. Ik kom geen directeurtje spelen, ik wil er écht voor iedereen zijn. Het doet me goed dat dit al gezien wordt. Er hangt al een prachtig hartje op mijn prikbord dat door een leerling geknutseld is.
Annemiek
Binnen Innoord is het als medewerker mogelijk om van de ene naar de andere school over te stappen, een functie op meerdere scholen te vervullen of zelfs twee verschillende dingen te doen. Barbara, Tineke, Onno en Liz vertellen over hun keuzes.
Liz Hill is intern begeleider op OBS De Weidevogel.
Ik ben begonnen toen mijn zoon naar de basisschool ging. Daarvoor had ik totaal geen interesse in het onderwijs. Mijn moeder werkte in het onderwijs en ik had altijd gezegd dat ik nooit zou gaan doen wat mijn moeder deed. Vervolgens gaat je kind naar school en dan wordt het onderwijs toch wel interessant. En dat was mijn motivatie om aan de Pabo te beginnen. Tijdens mijn laatste jaar van de opleiding kon ik al bij OBS Twiske terecht. Zo ben ik bij Innoord binnengerold.
Hierna ben ik wegens leerkrachtenoverschot (iets wat wij ons niet meer kunnen voorstellen in deze tijd) ook werkzaam geweest bij twee andere scholen van Innoord. Toen er weer een vacature op OBS Twiske was ben ik daarvoor gevraagd en meteen teruggegaan omdat OBS Twiske voor mij als basis voelde. Na een tijdje wilde ik iets anders gaan doen. Ik wilde meer achter de schermen gaan werken en zocht meer verdieping in mijn werk.
Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben naar de directeur gegaan om te zeggen dat ik intern begeleider wilde worden. Alles was bespreekbaar waardoor dit ook niet moeilijk was om aan te geven. Op OBS Twiske was helaas geen vacature waardoor de directeur samen met mij actief heeft gezocht. Ik vond het heel fijn om dit met de directie te kunnen delen en bespreken. Er zit ook helemaal geen gêne achter om aan te geven dat je wilt wisselen van school. Het gaat immers om je eigen persoonlijke ontwikkeling. Ik ging er altijd vanuit dat mensen alleen interne mobiliteit aanvragen als het niet goed gaat op het werk. Achteraf had ik daar dus een heel verkeerd beeld bij. Interne mobiliteit betekende voor mij namelijk dat ik op een werkplek terechtkwam binnen hetzelfde vertrouwde bestuur met een andere functie die mij de voldoening kon geven die ik zocht. Waarom zou je jezelf de mogelijkheid ontzeggen om te kunnen groeien? Op het stafbureau had ik een heel fijn gesprek met Innoords recruiter, Victoria, die mij koppelde aan OBS de Weidevogel. Vanuit Innoord werd er geregeld dat ik een passende opleiding kon volgen en ik kon het volgende schooljaar meteen aan de slag.
Het is wel aanpoten en het is zwaarder dan ik vooraf had gedacht, maar nog steeds ben ik blij met mijn beslissing om interne mobiliteit aan te vragen en daarom raad ik het iedereen aan om dit te doen als dit door je hoofd spookt. OBS De Weidevogel is een fijne, kleine school met een klein team waardoor ik meteen met mijn vragen bij iedereen terecht kan. Doordat het een klein team is, komen de dingen ook wat sneller op mijn bordje te liggen, maar dat is ook de charme van zo’n kleine school. En aan andere kant leer ik het beste door te doen. Het werk vind ik heel erg leuk en heel divers. Ik leer er elke dag wat bij, geen dag is hetzelfde. Never a dull moment!
“Interne mobiliteit betekende voor mij dat ik op een werkplek terechtkwam binnen hetzelfde vertrouwde bestuur met een andere functie die mij de voldoening kon geven die ik zocht”