Sema Özcan werkt sinds vorig schooljaar bij ons als stafmedewerker beleid en advies op de afdeling Onderwijs & Kwaliteit (én als leerkracht) en houdt zich voornamelijk bezig met burgerschapsonderwijs.
Burgerschap
‘Burgerschap is met alle verschillen – in de breedste zin van het woord – met elkaar kunnen samenleven. De reden dat dat op een school en met name in Amsterdam-Noord belangrijk is, is dat we hier heel veel te maken hebben met die verschillen. Onze scholen hebben zeer diverse populaties. Het is belangrijk dat we de juiste kennis en houding mee kunnen geven, zodat de kinderen het na school ook zonder onze begeleiding kunnen doen. Uiteraard moeten we daarbij zelf ook het goede voorbeeld geven.’
Studie
‘Naast mijn werk als leerkracht volg ik de master onderwijswetenschappen. Ik heb hiervoor gekozen om mijn kennis en ervaring in het onderwijs te vergroten en daardoor ook binnen andere dimensies van het onderwijs te kunnen gaan werken. Ik kan bijvoorbeeld als adviseur, onderwijsontwikkelaar of auteur werken. Of bij een bedrijf de scholing vormgeven of lesgeven op de Pabo. Ik vind het een mooie aanvulling op leerkracht zijn en ervaring opdoen op een ander niveau.’
Stage
‘Bij wijze van stageopdracht begon ik bij Innoord met een onderzoek naar de stand van zaken van het burgerschapsonderwijs.Daarna bracht ik een advies uit aan het bestuur hoe we burgerschapsonderwijs op bestuurlijk niveau en op schoolniveau op orde kunnen krijgen. Dit was noodzakelijk omdat de wetgeving omtrent burgerschap aangescherpt is en omdat we het in onze koers ook belangrijk vinden om het burgerschapsonderwijs in orde te hebben. Het viel me meteen op dat een hoop scholen al goed op weg waren, maar dat een bestuurlijke visie, die scholen als basis kunnen gebruiken, ontbrak.’
Gebleven
‘Na mijn stage ben ik bij Innoord gaan werken. Als stafmedewerker beleid en advies op de afdeling Onderwijs & Kwaliteit én als leerkracht. Ik heb hiervoor gekozen omdat ik dan verder kon werken aan het burgerschapsproject en omdat Amsterdam(-Noord) een dynamisch werkveld is. Ook vind ik het interessant dat de scholen in Noord een andere doelgroep hebben dan ik gewend was. De functie op het stafbureau is vooral heel leerzaam voor mij. Hij past goed bij mijn opleiding en ik leer nu veel waar ik straks veel aan kan hebben. Tot slot vind ik de sfeer op het stafbureau heel leuk.’
Stafbureau
‘Twee dagen per week ondersteun ik onze manager Onderwijs & Kwaliteit in haar werkzaamheden door onder andere te helpen bij administratieve taken en voorbereidingen van de schoolbezoeken te doen. Ook doe ik praktijkonderzoeken en documentonderzoeken om in kaart te brengen waar scholen staan qua burgerschap. Deze gegevens analyseer ik, bespreek ik met mijn manager, denk na over vervolgstappen en koppel de ontwikkelingen terug in de domeingroep Onderwijs en de directeurenoverleg.’
Bereikt
‘Sinds mijn onderzoek hebben we een gedeelde bovenschoolse visie op burgerschap en twee bijbehorende hulpmiddelen ontwikkeld: een Padlet en een onderwijsplan. Ook hebben we een bovenschools leerteam burgerschap opgericht, waaraan de burgerschapscoördinatoren van onze scholen deelnemen.’
Ambitie
‘Dit schooljaar wil ik de basis op orde hebben, dus dat elke school een eigen visie heeft op basis van de bovenschoolse visie, dat die visie leeft in de school, dat we op alle scholen in kaart hebben kunnen brengen wat de populatie nodig heeft en dat we daar leerdoelen aan koppelen. Ten slotte hoop ik dat we meer duidelijkheid en handvatten krijgen voor het monitoren van burgerschapsonderwijs. Niet om het meten, maar echt om te zien of de leerdoelen behaald worden of wat daar nog voor nodig is.’
Uitdaging
‘Idealiter zou ik elke school apart willen ondersteunen, maar uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij scholen zelf. Ik kan alleen zorgen voor kaders en hulpmiddelen. Ook loop ik er tegenaan dat beleid schrijven niet heel concreet is en nooit af lijkt te komen. Maar door al deze uitdagingen heb ik wel geleerd om breder te kijken dan enkel op schoolniveau.’
Trots
‘Ik ben er trots op dat burgerschap uitgebreid terugkomt in alle schoolplannen, dat het onderwerp leeft. En ook op het feit dat er veel deelnemers in het bovenschoolse leerteam burgerschap zitten en dat iedereen zo betrokken is. Ik voel dat we goed op weg zijn met het leerteam en dat er ruimte is voor ieders wens. De volgende bijeenkomst wordt bijvoorbeeld meer een werksessie dan een praatsessie, omdat een van de leden daar om vroeg. We leren dus echt van en met elkaar.’
Zie voor meer informatie over onze koersnotitie: innoord.nl/koersnotitie
Sema
Onlangs is Het Schoolbureau met een aantal schoolbesturen in en rondom Amsterdam gestart met een traject om gevluchte leerkrachten die in Nederland terecht zijn gekomen te begeleiden naar een baan in het Amsterdamse onderwijs. Een mooie manier om bij te dragen aan het oplossen van het lerarentekort. Eén van hen is Bahar Sarikaya. Zij loopt momenteel stage op onze IJdoornschool.
‘Vijf jaar geleden ben ik met mijn man en dochter uit Turkije gevlucht. Daarvoor werkte ik als manager van een studentenzaal en was ik leerkracht. In Nederland kreeg ik van DUO mijn lesbevoegdheid, want mijn diploma is hier wel geldig. Ik moest alleen eerst het staatsexamen B2 halen. Sinds ik dat heb gehaald mag ik lesgeven aan kinderen tussen de zes en twaalf jaar, in het speciaal PO, speciaal VO en op internationale scholen.
‘Ik heb dus wel voldoende kennis van de Nederlandse taal, maar een staatsexamen meet niet iemands vaardigheden. Zelf vind ik het bijvoorbeeld nog lastig om gesprekken in het Nederlands te voeren. Ik voel me nog niet zeker genoeg om les te geven. Vandaar dat ik me opgegeven heb voor dit traject van Het Schoolbureau. Het is mijn doel om mijn taalvaardigheid te verbeteren en het Nederlandse onderwijssysteem beter te leren kennen.’
‘Op maandag en dinsdag loop ik stage op De IJdoornschool, donderdags volg ik trainingen bij Het Schoolbureau. In de ochtend hebben we Nederlandse les en in de middag is de training onderwijsgerelateerd. Een coach van Het Schoolbureau komt eens per drie weken op bezoek op de IJdoornschool om mijn opdrachten te beoordelen.’
‘In de klas help ik de leerkracht bij het ondersteunen van leerlingen. Zo beantwoord ik vragen op het gebied van rekenen en taal en doe ik nakijkwerk. Qua inhoud kan ik de leerlingen prima helpen, alleen de communicatie is nog een uitdaging voor mij. Ik heb altijd een notitieboekje bij me om woorden op te schrijven die ik nog niet kende. Af en toe leer ik dus ook met de kinderen mee.’
‘Na dit traject wil ik uiteindelijk als leerkracht aan de slag, maar wellicht begin ik als leerkrachtondersteuner of onderwijsassistent. Ik vind het namelijk belangrijk om eerst accentloos Nederlands te kunnen spreken voordat ik voor de klas ga staan. Kinderen leren immers door te imiteren, dus een Turks accent is dan niet handig.’
‘Vandaag gaf ik mijn eerste echte les in het Nederlands, dat was een stageopdracht. Ik vond het spannend en struikelde steeds over mijn woorden, maar het was onvergetelijk. Vooral toen ik een Turks rijmpje opzei en ik de ogen van de paar Turkse kinderen in de klas zag oplichten van herkenning en plezier.’
Bahar
Vier scholen van Innoord ontvangen momenteel de familieschoolsubsidie. Wij bezoeken alle vier de scholen om met eigen ogen te zien wat zij allemaal doen om het leven van leerlingen die onder de armoedegrens leven te verrijken met talentontwikkeling, voorlichting, voorziening in basisbehoeften en ontspanning. Vandaag zijn we op IKC De Buikslotermeer waar brugfunctionaris Chaima el Kaid onlangs begonnen is.
Hoewel Chaima nog geen twee maanden werkzaam is op IKC De Buikslotermeer en met haar 23 jaar een stukje jonger is dan de meeste ouders, is direct duidelijk dat ze er helemaal op haar plek is. Ze weet wat haar opdracht is en ze is vastberaden die te volbrengen. Na functies in de kinderopvang, het jongerenwerk en de zorg kwam Chaima er tijdens een onderzoek achter wat een brugfunctionaris precies doet. Dat is mijn baan, dacht ze toen. Chaima: ‘Qua achtergrond wist ik dat ik geschikt ben om de samenwerking tussen ouders, school en omgeving te bevorderen, maar vanuit mijn toenmalige functie kon ik dat niet doen. Vandaar dat ik zonder twijfel solliciteerde op de functie van brugfunctionaris.’
Ze vervult haar rol met verve. Chaima: ‘Mijn belangrijkste taken zijn het vergroten van de ouderbetrokkenheid en het bevorderen van kansengelijkheid. En mijn belangrijkste doel is om een brug te slaan tussen ouders, leerlingen en school, maar ook de omgeving buiten school, zodat iedereen zich gehoord, begrepen en ondersteund voelt. Ik ondersteun ouders o.a. met praktische zaken en biedt ze een luisterend oor, waarbij vertrouwen en verbinding centraal staan. We maken een babbeltje en ouders kunnen hun hart bij mij luchten.’ Onlangs nog gaf een ouder aan dat zij geen bed kon betalen voor haar kind. Chaima regelt dan budget via het Jeugdeducatiefonds. Want een kind dat niet lekker kan slapen, kan ook niet lekker leren. De betreffende ouder knuffelde Chaima en vertelde dolblij te zijn met haar.
In de gesprekken die Chaima met ouders voert, pikt ze signalen op. Continu staan haar voelsprieten op scherp. Geven ouders aan dat ze moeite hebben met het schermgebruik van hun kinderen, dan regelt Chaima een gastspreker van de Jellinekkliniek. En wanneer de dreumes van een van de ouders dan moeite heeft met stilzitten, pakt Chaima het kind over zodat de ouder zich kan focussen op de Jellinekspreker. Chaima: ‘Ik vind het belangrijk om in te spelen op de behoeften van de ouders. Als ouders iets hebben aan zo’n gastspreker, dan hebben hun kinderen dat indirect ook.’
Verder focust Chaima ook op de ontwikkeling van ouders. Zo bracht ze onlangs de buurtwerker in contact met een ouder die graag activiteiten in de buurt wil gaan organiseren en regelt ze cursussen op verzoek van ouders. Chaima: ‘Meerdere ouders gaven aan dat ze willen leren fietsen. Binnenkort start dus de vijfweekse fietscursus in samenwerking met DTV voor volwassenen en kinderen hier op het plein. Ouders en kinderen zonder fiets mogen de cursusfiets zelfs houden.’
Voor de toekomst zit Chaima nog vol plannen. Samen met de coördinator van de voorschoolse educatie gaat ze ervoor zorgen dat ouders inhoudelijk op de hoogte zijn van de thema’s die op de school aan bod komen. Zo gaan de thema’s ook thuis leven en kunnen ouders en kinderen samen oefenen en erover praten. Ook gaat Chaima elke maand een ouderontbijt organiseren omdat ouders graag samen willen komen. Chaima: ‘Wat ik verder nog ga ontwikkelen is ook voor mij nog een verrassing, want ik ga niks opleggen, ik doe alles op verzoek van de ouders.’
Tot slot is Chaima aanwezig bij (intake)gesprekken, bijvoorbeeld met ouders die geen Nederlands spreken, en helpt ze diezelfde ouders bij het invullen van formulieren of het voeren van telefoongesprekken met instanties. Eigenlijk een wonder dat IKC De Buikslotermeer ooit zonder haar heeft gekund!
Meer informatie over familiescholen: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs/familiescholen/
Chaima
Vier scholen van Innoord ontvangen momenteel de familieschoolsubsidie. Wij bezoeken alle vier de scholen om met eigen ogen te zien wat zij allemaal doen om het leven van leerlingen die onder de armoedegrens leven te verrijken met talentontwikkeling, voorlichting, voorziening in basisbehoeften en ontspanning. Vandaag wandelen we mee met de wandelgroep van SBO Universum onder leiding van coördinator familieschool en brugfunctionaris Jael van den Berg.
Wat begon als een wandelchallenge om ouders in beweging te krijgen is uitgegroeid tot een wekelijkse wandeling met ouders op vrijdagochtend. Soms lopen er drie ouders mee, soms wel vijftien. Deze wandelingen hebben meerdere doelen. Zo is er natuurlijk de lichamelijke beweging. Maar minstens zo belangrijk is de verbinding tussen ouders en school. Jael: ‘Ouders ontvangen schoolinformatie via social schools, maar die komt niet altijd even goed over. Bijvoorbeeld omdat een ouder de Nederlandse taal niet machtig is of omdat een ouders andere dingen aan het hoofd hebben. Tijdens zo’n wandeling vraag ik bijvoorbeeld nog eens of de ouders van plan zijn om naar de ouderavond te komen. Zo zorg ik dat ze geen informatie mislopen. Ook peil ik waar behoefte aan is op een ouderavond. Als er een avond over mediawijsheid gepland staat en ik merk dat ouders moeite hebben met het onderscheid tussen social media, gamen en schermtijd, dan geef ik dat aan bij de spreker van die avond zodat de informatie goed aansluit bij de behoefte van de ouders.’
Jael heeft ook een activiteitenrooster voor na schooltijd opgezet. Het bleek namelijk dat maar weinig kinderen op een sport of ander clubje zaten. Nu kunnen ze elke dag wel iets kiezen en alles wordt op SBO Universum georganiseerd. Denk aan knutselen, dansen, koken, filmen, podcasts maken, schrijven en sporten. Ouder Sema: ‘Jael heeft eerst aan mijn kind gevraagd wat hij leuk zou vinden om te doen en daarna heeft ze mij geholpen met het aanmelden voor de activiteit. Nu zit hij niet meer elke middag op de bank maar vermaakt hij zich heel goed.’
De ouders die meelopen vertellen me ook waarom zij het zo prettig vinden om samen te wandelen. Ouder Anna: ‘Het is fijn om met andere ouders te praten over je zorgen en de dingen waar je tegenaan aanloopt. We kunnen alles bij elkaar kwijt en helpen elkaar waar we kunnen. Ook vertellen we elkaar wat er bijvoorbeeld in de schoolvakanties georganiseerd wordt in Noord, zodat we af en toe iets leuks met onze kinderen kunnen doen.’
De wandelgroep wordt groter en hechter en pakt ook andere dingen aan op school. Zo was er behoefte aan een ouderkamer en zijn enkele ouders die nu samen aan het inrichten. Jael: ‘SBO Universum deed al hartstikke veel goede dingen en alle leerkrachten hier zijn bereid een extra stapje te zetten voor leerling en ouder. De rol die nog ontbrak was iemand die de ouders activeerde om samen te komen. Die rol heb ik gekregen en vervul ik met plezier. En uiteindelijk hoop ik natuurlijk dat ik minder nodig zal zijn. Collega-brugfunctionaris Judith Berbers en ik zijn op de goede weg!’
Na de wandeling rent de ene ouder snel naar kamertje 100, zoals zij dat noemt. Een andere ouder is zo moe dat ze direct haar bed in gaat. Bij mij blijft vooral een fijn gevoel hangen. Een gevoel dat veroorzaakt wordt door de gezelligheid en saamhorigheid die ik onderweg ervaren heb.
Meer informatie over familiescholen: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs/familiescholen/
Anna
Esther Doets werkt al 35 jaar als groepsleerkracht voor Innoord. Vroeger op de Dorus Rijkersschool, daarna op Daltonschool IKC Zeven Zeeën en sinds kort op OBS De Vier Windstreken. Hoe heeft zij die laatste overstap beleefd?
In die 35 jaar heb ik nooit de behoefte gevoeld om ergens anders te werken. Als je maar lang genoeg ergens blijft, verandert alles om je heen. En soms dus zelfs de naam of locatie van de school. Van alle collega’s, directeuren en bestuurders waarmee ik tot nu toe gewerkt heb, heb ik iets geleerd. Ook van de strijd die ik af en toe met ze gehad heb.
Toen ik er zo’n 25 jaar werkte, moest de Dorus Rijkersschool sluiten vanwege buurtontwikkelingen. Waar de school stond kwamen huizen en even verderop werd een nieuw gebouw voor ons neergezet: Daltonschool IKC Zeven Zeeën. Ik vond het moeilijk om het oude gebouw te verlaten, maar zag ook meer mogelijkheden met betrekking tot Daltononderwijs in het nieuwe gebouw. Gelukkig bleven we toen wel in dezelfde buurt. Dat vond ik heel belangrijk, want als je ergens heel lang werkt, ben je niet alleen leerkracht maar heb je ook een sociale functie, je bent dan een vertrouwd gezicht in de wijk. Het gaf me voldoening dat ik een veilig baken kon zijn voor kinderen en hun ouders.
Vorig schooljaar moest Daltonschool IKC Zeven Zeeën sluiten vanwege teruglopende leerlingenaantallen. Alle leerlingen en medewerkers konden opgenomen worden door OBS De Vier Windstreken. Wederom vond ik het moeilijk. Dit keer omdat niet alle kinderen meegingen naar OBS De Vier Windstreken en omdat op een grotere school met grotere groepen de aandacht per leerling toch anders verdeeld is. De fusie was vanuit Innoord een logische beslissing maar kwam voor ons als team en bij de ouders hard aan. Wij hebben samen erg gestreden en ons best gedaan om onze fijne mooie Daltonschool te kunnen behouden. Nu moeten we ons vooral richten op de toekomst en samen met onze kinderen op OBS De Vier Windstreken vertrouwd raken met het gebouw en elkaar.
Werken in een groter team heeft ook zo z’n voordelen. Meer collega’s betekent meer delen en elkaar inspireren en motiveren. Voor mijn persoonlijke ontwikkeling is het dus heel fijn. Maar ik had het wel fijner gevonden als we als twee gelijke scholen samen waren gevoegd en als we ieder onze pluspunten konden behouden. Nu zijn onze Daltonvisie en -routines helaas verloren gegaan, terwijl dit voor onze schoolpopulatie zo waardevol is vanwege onder andere hun zelfstandigheid. Wij zijn als team en leerlingen wel zeer gastvrij en warm opgenomen in de school, wat ik als zeer prettig heb ervaren. Omdat de fusie qua tijdsdruk uiteindelijk snel moest plaatsvinden hebben we helaas niet samen een nieuwe visie of nieuw onderwijsconcept kunnen neerzetten. Hopelijk kunnen we dit in de toekomst nog samen gaan realiseren met onze Daltonpijlers en een nieuwe naam voor deze fusieschool.
Al met al kan ik zeggen dat het hele proces me stress heeft gegeven, maar dat ik het ook positief afgerond heb. Uiteindelijk zit affiniteit met een school niet in de stenen, maar in de liefde voor de leerlingen. Ook hier kan ik weer laten zien wat ik kinderen te bieden heb. En ik kijk ernaar uit om nieuwe ervaringen op te doen.
Esther
Vier scholen van Innoord ontvangen momenteel de familieschoolsubsidie. Wij bezoeken alle vier de scholen om met eigen ogen te zien wat zij allemaal doen om het leven van leerlingen die onder de armoedegrens leven te verrijken met talentontwikkeling, voorlichting, voorziening in basisbehoeften en ontspanning. Vandaag zijn we op de IJdoornschool. Hier werken familieschoolcoördinatoren Cleo (tevens leerkracht en cultuurcoördinator) en Asli (tevens remedial teacher) en brugfunctionaris Derya.
Asli: ‘Om tot leren te komen heeft een kind niet alleen onderwijs, maar ook een goede leeromgeving nodig. Niet alleen op school, maar ook thuis. Een kind met een knorrende maag omdat er ‘s ochtends geen ontbijt was, leert bijvoorbeeld moeizaam. Vandaar dat wij wekelijks tassen met gezonde boodschappen uitdelen aan onze leerlingen en hun ouders. Alle gezinnen mogen een tas ophalen, er zijn geen voorwaarden. We doen er sowieso altijd fruit en eieren in. Op school kunnen de kinderen altijd al een banaan of een appel pakken, in de tassen doen we druiven, aardbeien of blauwe bessen. Sommigen gaan helemaal uit hun dak als ze aardbeien krijgen, zo lekker vinden ze die.’
‘We verzorgen ook wel eens ontbijten voor de ouders of gaan met ze wandelen. Zo proberen we bij te dragen aan een gezonde levensstijl. Hier geven we soms ook voorlichting over. Maar bijvoorbeeld ook over opvoeden, social media of risicovol spelen. Het mooie is dat ouders zo niet alleen kennis opdoen, maar elkaar ook beter leren kennen tijdens zo’n informatiemoment. Er wordt gelachen, er wordt gehuild en mensen voelen zich door elkaar gesteund.’
Cleo: ‘Die saamhorigheid was ook heel mooi zichtbaar tijdens een recente studiedag. We hadden geregeld dat onze leerlingen samen met hun ouders gratis naar het museum konden op deze vrije dag. Een ouder met één kind bood aan zich te ontfermen over een van de drie kinderen van een ander zodat beiden maar op twee kinderen hoefden te letten en iedereen zo toch mee kon gaan. Voor sommige kinderen was het hun eerste museumbezoek. Ouders willen wel, maar als je weinig te besteden hebt, dan kies je toch eerder voor basisbehoeften. Het was heel waardevol om te zien dat de kinderen ervan genoten om samen met hun ouders iets leuks te doen.’
‘Diezelfde blije koppies zagen we toen we aan het einde van vorig schooljaar een sporttoernooi organiseerden in samenwerking met Streetwise. Inschrijven kon alleen als ouder-kindduo. Er waren ouders die er speciaal vrij voor namen. De betrokkenheid was uitzonderlijk en er wordt nog steeds vol enthousiasme over gesproken. Een leerling zei zelfs: “Dit vergeet ik nooit meer!”’
Derya: ‘Als brugfunctionaris ben ik hier op school het eerste aanspreekpunt voor ouders als zij vragen hebben over iets anders dan het onderwijs. Ik vorm de gespreksdriehoek met het kind en de ouders. Omdat ik elke ochtend bij de deur sta ben ik zichtbaar en zie ik de ouders en kinderen geregeld. Hierdoor kan ik zaken snel signaleren en in kaart brengen. Het is fijn voor kinderen en ouders om vaste vertrouwde gezichten te zien, zeker omdat er de afgelopen jaren veel directiewisselingen hebben plaatsgevonden. Ouders komen naar ons toe als ze ergens tegenaan lopen. Af en toe geven we advies of verwijzen we door naar de jusite instantie, maar nog vaker zijn we vooral het luisterend oor. Onlangs zei een ouder nog tegen Asli: “Ik ben blij dat ik hier met jou over kan praten, dat je luistert zonder te oordelen.” We vinden het belangrijk dat onze leerlingen hun talenten ontdekken en erachter komen wat ze leuk vinden om te doen. Vandaar dat we de subsidie ook gebruiken voor de inzet van vakdocenten. Elke periode tussen twee schoolvakanties staat in het teken van een andere activiteit. Denk aan schrijven, dansen en toneelspelen. En in de pauzes komen onze leerlingen in aanraking met diverse sporten dankzij de inzet van Streetwise.’
Cleo: ‘In de nabije toekomst willen we graag borgen wat we nu al opgezet hebben. De informatieochtenden gaan we uitbreiden en de ouderraad gaan we nieuw leven inblazen. Daarnaast lijkt het ons goed als leerkrachten aan de hand van een door ons opgesteld formulier signalen in kaart kunnen brengen. Zij zien onze leerlingen en hun ouders ten slotte nog vaker dan wij. En ten slotte willen we onze online zichtbaarheid vergroten. Dit artikel is een mooi begin!’
Meer informatie over familiescholen: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs/familiescholen/
Cleo
Vier scholen van Innoord ontvangen momenteel de familieschoolsubsidie. Wij bezoeken alle vier de scholen om met eigen ogen te zien wat zij allemaal doen om het leven van leerlingen die onder de armoedegrens leven te verrijken met talentontwikkeling, voorlichting, voorziening in basisbehoeften en ontspanning. Vandaag zijn we op OBS De Vier Windstreken. Hier werken brugfunctionaris Sana Dahri en coördinator familieschool Jael van den Berg.
Tekst Merel Kokhuis
Het plan was om Sana kort te interviewen over de manier waarop zij en Jael de familieschoolsubsidie inzetten om de leeromstandigheden van de kinderen op OBS De Vier Windstreken te verbeteren waar nodig en waar mogelijk. Ik mag langskomen op de ochtend dat zo’n tien vrijwilligers de tweewekelijkse boodschappentassen gaan inpakken in de ouderkamer. Bij binnenkomst merk ik het al meteen: hier hangt een ontspannen sfeer, iedereen is hier welkom. Sana onthaalt iedere vrijwilliger/ouder/collega/leerling vol enthousiasme. Iedereen krijgt haar aandacht. Ze doet duizend dingen tegelijk en toch loopt haar hoofd niet over. Althans, ze laat het in ieder geval niet merken.
Zodra de vrachtwagens van supermarktketen Jumbo arriveren, verandert de groep in een geoliede machine. Razendsnel worden alle boodschappen uitgeladen en in een uitgekiende volgorde in de ouderkamer uitgestald, van zwaar en stevig (melk) naar licht en kwetsbaar (eieren). Sana: ‘De boodschappentassen zijn nodig omdat veel ouders onvoldoende te besteden hebben om hun kinderen gezonde voeding te geven. Ik heb weleens gezien dat een jongetje oude patat in zijn broodtrommel had of dat een kind helemaal geen lunch mee had gekregen. In de tassen doen we dus vooral gezonde dingen. Altijd zuivel, fruit, groente en broodbeleg.’
Het is eigenlijk allang weer tijd om naar kantoor te gaan, maar ik wil zo graag blijven dat ik besluit mijn afspraken van die ochtend te verzetten. Ik kan niet stil blijven zitten en help met het inpakken van de bijna 160 tassen. Ondertussen lopen er ouders binnen die zich willen aanmelden voor een EHBO-cursus. Sana: ‘Een tijd geleden kreeg een jongen uit de buurt een hartstilstand. Het is gelukkig goed afgelopen met hem, maar de schrik zat er goed in en het bleek dat bijna niemand wist hoe je moet reanimeren. Vandaar dat we nu de mogelijkheid bieden om dat gratis te leren. En de aanmeldingen stromen binnen.’
Ik merk dat de vrijwilligers graag in de ouderkamer zijn en dat er vriendschappen ontstaan. Sommige ouders, die bijvoorbeeld nog niet zo lang in Nederland zijn, zitten veel thuis en kunnen zich vrij eenzaam voelen. Door vrijwilligerswerk voor de school te doen, gaan ze ook sociaal vooruit. Sana: ‘De weg naar hulp is voor ouders bij ons op school zo heel toegankelijk. Als een kind bijvoorbeeld een bed, bril of fiets nodig heeft, dan doen Jael en ik er alles aan om dat te realiseren met financiële hulp van het Jeugdeducatiefonds, Stichting Sina of Stichting Leergeld.’
Sana en Jael slagen erin om taboes te doorbreken. Door nooit te oordelen, goed te luisteren en, indien gewenst, met een praktische oplossing te komen. Er komen steeds meer hulpvragen binnen en er is minder schaamte. Sana: ‘We doen het voor elkaar en voor de kinderen. We bouwen een community. In een buurt waar veel armoede is en mensen grote zorgen hebben, is zoiets als een tienminutengesprek op school geen prioriteit. En toch groeit de ouderbetrokkenheid hier gestaag. In september wordt altijd een algemene informatieavond gehouden, maar meestal is de opkomst magertjes. Dit jaar kwamen er maar liefst drie keer zoveel ouders als we gewend waren. Daar doen we het voor: verbinding en betrokkenheid.’
Als alle tassen ingepakt zijn en de eerste ouders hun boodschappen komen ophalen, ruik ik opeens heerlijke kookgeuren. Enkele vrijwilligers blijken ook nog even een lunch in elkaar te hebben gedraaid en ik word uitgenodigd om mee te eten. De Afghaanse dolma’s en Marokkaanse pannenkoekjes smaken extra goed na het harde werken en in dit gezelschap. Ik wil vaker helpen!
Meer informatie over familiescholen: https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/onderwijs/familiescholen/
Merel
Dit schooljaar is er bij Innoord 1 nieuwe directeur gestart en daar zijn we hartstikke blij mee!
Wil je ook kennismaken met Mariska van Montessori Boven ‘t IJ? Lees dan verder.
Ik ben, zoals ik het zelf graag noem, een schoolleider van buiten. Ik heb eerst een hele tijd in de communicatie en organisatie gewerkt. Daarna gaf ik trainingen en werd ik directeur van een trainingsinstituut. Vanuit daar heb ik de overstap gemaakt naar directeur van een basisschool. Uiteraard ben ik de schoolleidersopleiding gaan doen, omdat ik meer zicht wilde krijgen op onderwijsontwikkeling. Ik begon meteen in het Montessorionderwijs en dat bevalt me heel goed.
Als schoolleider van buiten heb ik een brede blik waarin integraal leiderschap centraal staat, alles met elkaar verbonden is. Ik ben gericht op een goede profilering en kan ontwikkelingen in gang brengen. Transparante communicatie en iedereen meenemen in het proces vind ik belangrijke factoren. Verder neem ik vooral veel positiviteit mee, ik lach altijd en overal.
Ik heb op deze functie gesolliciteerd omdat ik het fijn vind dat de 16 scholen van Innoord bij elkaar in de buurt zijn in plaats van over het hele land verspreid zoals bij mijn vorige stichting. Mijn collega’s zitten letterlijk om de hoek en dat maakt samenwerking zo eenvoudig. Daarnaast vind ik het fijn dat dit wederom een Montessorischool is, maar nu met een diverser publiek dan ik gewend ben.
Ik heb bewust gekozen voor een Amsterdamse school en houd van de Amsterdamse directheid, al moet ik daar soms ook nog wat aan wennen. Tijdens mijn sollicitatieprocedure ben ik alvast langsgegaan op Montessori Boven ‘t IJ om de sfeer te proeven. Die was precies zoals ik die ken uit het Montessorionderwijs. En ik werd geraakt door de schoonheid en diversiteit van al die verschillende culturen bij elkaar. Maar ook door sommige leerlingen die juist in lastige levensomstandigheden verkeren. Toen voelde ik: voor al deze kinderen wil ik het doen!
De titel van ons huidige schoolplan is: De toekomst is nu. En die begrijp ik heel goed. We moeten het ook echt nu doen. Voor de lange termijn werken we toe naar een integraal Montessorikindcentrum, inclusief Montessorivoorschool. En over een paar jaar hoop ik dat we op deze plek in een mooi nieuw gebouw zitten met veel ruimte voor groen en beweging.
Mariska
Lieke (32 jaar) doet haar werkervaringstraject na een positieve afronding van de crash course bij Het Schoolbureau. Haar mentor is Jaime Teiwes van IKC Noordrijk.
Lieke: ‘Afgelopen jaar heb ik gereisd en daarvoor maakte ik voor Future NL onderwijsmateriaal over digitale weerbaarheid. Af en toe mocht ik een gastles geven. De momenten in de klassen vond ik de leukste aspecten van mijn werk. Vandaar dat ik me opgegeven heb voor de crash course en nu mijn werkervaringstraject doe. Het is zo fijn om niet meer de hele dag achter de computer te zitten en het contact met de leerlingen is ontzettend leuk. Ik leer nu vooral de basis van het lesgeven en moet aan het eind van deze drie maanden een dagdeel zelfstandig voor de klas kunnen staan. Het ene moment denk ik dat ik het helemaal door heb en het volgende moment blijkt het toch lastiger dan gedacht. Vooral nu we door de komst van een nieuwe leerling met een nieuwe groepsdynamiek te maken hebben. Maar ik geniet met volle teugen. Het is nooit saai!’
Jaime: ‘Ik begeleid voor het eerst iemand tijdens een werkervaringstraject. Dat is anders dan een Pabostudent, want Lieke heeft nog geen dag les gehad. Ik tast dus af wat ze nodig heeft en welke lesstijl bij haar past en laat haar vooral zien hoe wij dingen aanpakken. Zo komt ze erachter waar ze al wel en nog niet bekwaam in is. Ze is een kei in het opbouwen van een band met de kinderen en kan goed reflecteren. Door haar komst leer ik beter naar mezelf te kijken en ben ik me er bewust van geworden dat ik de gedegen voorbereiding van lessen een beetje heb laten versloffen. Het is mooi dat de aanwezigheid van een zij-instromer of stagiair(e) me dat laat inzien. Daarbij hoop ik als mentor een bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen van het lerarentekort. En het is leuk om te zien hoe mijn leerlingen reageren als er iemand anders voor de klas staat. Tot slot vind ik het prettig dat ik als fulltimer zonder duo met Lieke kan sparren. Hoe zie jij dat? Of hoe zou jij dat oplossen? Heel waardevol!’
Jaime
Emma studeert als zij-instromer aan de iPabo en staat in haar eerste jaar met meester John in groep 7 op IKC Overhoeks.
Emma: Na mijn opleiding aan de filmacademie, heb ik jaren in de filmindustrie gewerkt. Tot het niet meer voldoende bevrediging gaf en ik op zoek ben gegaan naar een nieuwe uitdaging. Ik deed de crash course van Het Schoolbureau op de Montessorischool Azalea en daarna startte ik een werkervaringstraject op IKC Overhoeks. In toenemende mate ben ik ervan overtuigd dat het primair onderwijs de juiste volgende stap is geweest. Ik heb het ontzettend naar mijn zin bij John in groep 7. Hij is een didactisch sterke en ervaren leerkracht en het is fijn om iemand als voorbeeld te hebben die zelfverzekerd zijn vak uitvoert, mij kan voeden met kennis maar me ook alle ruimte geeft. Ik kan soms nog een idealistisch beeld van het vak hebben en dus wil ik vaak werkvormen en klasindelingen veranderen om te experimenteren, daarin laat hij me mijn gang gaan. Maar ik zie dat ook zijn manier van lesgeven – work hard, play hard – een positief effect heeft op de resultaten van de leerlingen.’
John: ‘Emma is enorm creatief, ze heeft een groot hart voor het onderwijs, wil leerlingen graag helpen en is een doorzetter. Nu staan we soms nog samen voor de klas, maar ik durf haar ook vrij te laten. Het begeleiden van een zij-instromer heeft veel voordelen. In het begin investeer je tijd en begeleid je de student, daarna kun je oogsten. Dan heb je meer tijd voor andere werkzaamheden en om zaken beter uit te zoeken. Daarnaast is het voor de kinderen goed om af en toe een ander gezicht voor de groep te zien. Wat het mij nog het meeste oplevert is dat het me scherp houdt. Een zij-instromer zorgt ervoor dat ik niet verzand in gewoontes en sleur. Daarnaast vind ik het mijn maatschappelijke taak om nieuwe leerkrachten op te leiden. Als ik klaag over het lerarentekort, wil ik er alles aan doen om het te veranderen.’
Emma